Sinopoulos
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Maria Simoglou

Volgende pagina
Maria Skoulá


Biografieën van de website over Griekse Muziek

Sokratis Sinopoulos

Sokratis Sinopoulos (Σωκράτης Σινόπουλος) is een ware nachtmerrie voor muzikale-etikettenklevers. Niet omdat er geen etiket te vinden zou zijn dat op hem past, maar integendeel omdat het er zoveel zijn. Hij wordt unaniem beschouwd als dé meest representatieve politiki lyra-speler van vandaag, maar hij staat ook zijn mannetje op een aantal andere muziekinstrumenten. Bovendien is hij ook een gerespecteerd musicoloog, een gewaardeerd muziekdocent, een bijzonder getalenteerd en internationaal gerenommeerd musicus, en naast dit alles is hij ook nog componist, huisvader, arrangeur, zanger, ...

Hij werd in 1974 in Athene geboren. Van kindsbeen af werd hij ondergedompeld in de muziek. Vroeg begonnen is half gewonnen, zo moet hij gedacht hebben. Hij begon zijn muzikale studies op de gitaar en studeerde aanvankelijk Westerse klassieke muziek.

Net als Katerina Papadopoulou ging hij al vroeg bij het kinderkoor van Ioannis Tsiamoulis waar hij in aanraking kwam met Byzantijnse muziek en met Griekse traditionele volksmuziek. Met het koor toerde hij Europa rond en hij nam deel aan twee plaatopnamen, het begin van een lange reeks.

Toen hij veertien was ontmoette hij Ross Daly en hij begon zich toe te leggen op de politiki lyra . Nauwelijks een jaar later ging hij Daly's Labyrinth Ensemble vervoegen op Kreta. Hij bleef meer dan zes jaar als vast muzikant aan het Labyrinth Ensemble verbonden, maar blijkbaar had hij toch nog tijd teveel. Gelijktijdig speelde hij immers nog in verschillende andere groepjes, die zich met de meest uiteenlopende stijlen bezig hielden: zowel Griekse volksmuziek ( dimotiká ), als rembetika , maar ook Byzantijnse muziek, Turkse klassieke muziek en Westerse jazz. Ondertussen vond hij nog de tijd om te componeren voor theater- en dansvoorstellingen. Een muzikale duizendpoot, dat mag je wel zeggen.

Hij trok vervolgens naar Istanbul en ging er in de leer bij de grootmeester op de Turkse kemençe ( politiki lyra ), Ihsan Özgen. Daar ontmoette hij onder meer Derya Türkan , een Turkse muzikant met wie hij een hechte vriendschapsband opbouwde. Samen zullen ze lange nachten musiceren en zingen en later zullen ze beiden hiervan de vruchten plukken. Sokratis Sinopoulos ging zich meer en meer op de klassieke Ottomaanse muziek toeleggen.

In 1997 voltooide hij zijn studies musicologie aan de Universiteit van Athene en begon aan een doctoraat. Hij was bovendien als muziekleraar verbonden aan het MELMOKE (Griekse volksmuziekinstrumentenmuseum) in Athene waar hij politiki lyra doceerde. Lambros Liavas , directeur van het museum en het etnomusicologisch onderzoekscentrum dat eraan verbonden is, nam Sokratis Sinopoulos mee naar Brussel in mei 2003 om er deel te nemen aan het concert "Griekse muziek door de eeuwen heen", een initiatief van het Lykion ton Ellinidon .

Daar konden we zien dat Sokratis Sinopoulos ook nog andere snaarinstrumenten bespeelt, zoals de Pontische lyra of kementzes , de vedel van het Pontos-gebied aan de Zwarte Zee. Maar hij speelt ook politiko laouto , een soort luit , lâvta in het Turks, zoals die in Constantinopel (Istanbul) werd gespeeld. Hij kan zelfs overweg met de kemanés , de twaalfsnarige lier uit Cappadocië die tegenwoordig uiterst zeldzaam is. Al deze instrumenten bestudeert Sokratis Sinopoulos grondig en dat, gekoppeld aan zijn gedegen opleiding en zijn leergierigheid, maakt dat hij op vrij jonge leeftijd al gerekend wordt tot het selecte clubje van Griekse solisten die in hun eentje een lange solopartij kunnen spelen én dragen, maar die bovendien ook nog vrij kunnen improviseren en in dialoog kunnen treden met andere instrumentalisten met wie zij gewoonlijk niet samenspelen. Dát precies zijn de eigenschappen die van een muzikant een virtuoos maken, en zoiets gaat in Griekenland niet onopgemerkt voorbij.

Al in 1995 nam hij als lyraris deel aan een instrumentale plaat met vedelmuziek van Constantinopel, Kreta en Pontos (ΛΥΡΑ - Κωνσταντινούπολης, Κρήτης, Πόντου) . Het was een onderdeel van de serie over Griekse volksmuziekinstrumenten, en zoals bekend doet men daarvoor telkens beroep op muzikanten die een zekere reputatie hebben op het instrument in kwestie. Sinopoulos neemt de politiki lyra voor zijn rekening. De andere lyra-spelers zijn Zacharias Spyridakis ( Kretenzische lyra ) en Yorgos Amarantidis ( Pontische lyra ). Amarantidis was in november 2007 in Nederland en België voor enkele optredens, en Spyridakis speelde in mei 2008 het feest van de Vereniging van Kretenzers in België.

In 2001 kreeg Sokratis Sinopoulos de muzikale leiding over een project met dorpsmuziek van Melí in Klein-Azië, ta Meliótika, zoals die traditionele liederen genoemd worden. Dat leverde een cd op met als titel Ta tragoudakia mou poulo - Τα τραγουδάκια μου πουλώ (Ik verkoop mijn liedjes) . De liederen worden gezongen door Katerina Papadopoulou , met wie hij in januari 2005 naar België en Nederland komt, samen met nog drie andere gerenommeerde muzikanten. Met de zo getrouw mogelijke bewerkingen van dit repertoire bewijst Sokratis Sinopoulos dat virtuositeit niet per definitie allerlei ingewikkelde technische hoogstandjes vereist. De sterkte van deze orkestratie ligt precies in de eenvoud en de authenticiteit waarmee deze liederen benaderd worden.

Nog in 2001, in september om precies te zijn, kwam er een cd op de markt met de drietalige titel: Letter from Istanbul - Γράμμα από την Πόλη (Gramma apo tin Poli) in het Grieks - Istanbul' dan Mektup in het Turks. Deze productie is het resultaat van de vriendschap tussen Sokratis Sinopoulos en Derya Türkan , een Griek en een Turk, die volgens de gangbare cliché's eigenlijk elkaars aartsvijanden zouden moeten zijn, maar die elkaar via de muziek leerden kennen en waarderen. Geen wonder, want in en rond Anatolië zijn de muzikale tradities van de verschillende volkeren die er leefden en nu nog leven al eeuwenlang met elkaar verweven, en dit album is daar een mooi voorbeeld van. Het zijn een Turkse kemençe -speler en een Griek op de politiki lyra die hier hun muzikale krachten bundelen, maar in feite is dat twee keer hetzelfde instrument. Deze cd legt ook de virtuositeit van de twee jonge muzikanten bloot, en ze bevat, naast traditionele Griekse en Turkse volksmuziek, zeybeks en nieuwere composities, ook een flink stuk improvisatie.

In 2002 kreeg Sokratis Sinopoulos de orkestratie toevertrouwd van een uitgave van het Muzikaal Folklore Archief "Melpo Merlier" in Athene. De cd Katamesios sti thalassa - Καταμεσιός στη Θάλασσα (Middenin de zee) bevat tweeëntwintig traditionele liederen van het eiland Samothraki. De meeste daarvan werden op het einde van de negentiende eeuw in Byzantijnse muzieknotatie vastgelegd door een plaatselijke huisarts, Nikolaos Fardys. De musicoloog Markos Dragoumis , hoofd van het Muzikaal Folklore Archief, voegde daaraan nog een aantal zelf opgenomen liederen toe en publiceerde er een boek over. De zangers zijn Chronis Aidonidis , Domna Samiou , Thanasis Moraïtis, Markos Dragoumis zelf, en Katerina Papadopoulou . Een jaar later deed hij de orkestratie voor een andere cd van deze gerenommeerde instelling, met als titel Tragoudia tis Kappadokias - Τραγούδια της Καππαδοκίας (Liederen van Cappadocië).

In 2004 verscheen er in de reeks Great Mediterranean Masters een cd die gewijd was aan Lambros Leontaridis , een legendarische Griekse lyra-speler uit Constantinopel die na de Bevolkingsuitwisseling van 1922 naar Griekenland gekomen was. Hij speelde daar in bekende rembetika-ensembles, zoals die van Roza Eskenazy en Antonis Dalgás . Hij was een meester in de volkse speelstijl, een vorm van Turkse muziek die met de stichting van de Turkse Republiek onder druk kwam te staan en die omstreeks 1950 helemaal verdwenen was. Enkele decennia later kreeg de jongere generatie Turkse lyra-spelers opnieuw belangstelling voor deze stijl, maar toen was er niets meer van over, zelfs geen plaatopnamen. Hun Griekse collega's snelden ter hulp: ze kamden de archieven uit naar opnames waarop Leontaridis te horen is. Dat onderzoek leverde meteen ook een belangrijke bijdrage aan de geschiedenis van de Griekse muziek. Maar bij zo'n documentaire cd hoort natuurlijk ook een boekje met deskundige uitleg. Op dit niveau zijn er niet zoveel mensen die voor zoiets in aanmerking komen, en onder de tekst staat dan ook de naam van Sokratis Sinopoulos.

Zijn bijdragen aan dergelijke (semi)wetenschappelijke cd's krijgen een extra dimensie omdat zijn levendige belangstelling zich niet beperkt tot muziektechnische aspecten. Hij verdiept zich ook in de sociale en historische context van deze muziek. Daarbij focust hij vooral op de traditionele muziek van Klein-Azië, vooral dan uit die gebieden waar tot aan de Bevolkingsuitwisseling van 1922 veel Grieken woonden: Constantinopel, Smyrna, Cappadocië en het Pontos-gebied. Hij onderzoekt ook de wederzijdse invloeden met de andere muzieksoorten waar die mee in aanraking kwam: de Turkse klassieke muziek maar ook de muziek van de omringende Balkan-landen. Voor dat werk beschikt hij enerzijds over een meer dan gewoon doorzettingsvermogen en anderzijds over een stevige theoretische basis, zowel wat betreft de Oosterse als de Westerse muziek. Alsof dat alles niet genoeg is mag je daar bij hem nog een flinke portie muzikaal talent bovenop doen.

Want inderdaad, ook als zuiver uitvoerend muzikant laat hij zich opmerken. Tijdens een uitzending van het populaire muziekprogramma Stin Ygiá Mas , dat op zaterdagavond op de Griekse staatstelevisie uitgezonden wordt, waren ook Katerina Papadopoulou en Sokratis Sinopoulos te gast. Toen het hun beurt was zetten ze een traditioneel Pontisch liedje in. Als kijker hou je dan wel even de adem in, want een andere gast was niemand minder dan Nikos Zournatzidis . Die doet al sinds 1973 diepgaand en nauwgezet onderzoek naar de Pontische traditie en het is niet echt overdreven om te zeggen dat hij daarbij een maniakale aandacht aan de dag legt voor de kleinste details. Hij geeft regelmatig dansstages in Vlaanderen en de cursisten daar zullen beamen dat hij weliswaar een aangenaam en joviaal man is maar toch wel een veeleisende leraar. Zijn Pontische dansgroep, Serra, behoort niet voor niets tot de top op hun gebied. In het begin van het liedje van Katerina en Sokratis keek hij dan ook wat bedenkelijk, maar tegen het einde aan knikte hij goedkeurend - voor iemand als Zournatzidis zowat het equivalent van een staande ovatie.

Sokratis Sinopoulos werd nog door iemand anders opgemerkt. Niemand minder dan Eleni Karaïndrou deed beroep op hem voor haar filmmuziek voor het eerste deel van Theo Angelopoulos ' trilogie Eleni - The Weeping Meadow, een productie uit 2004. Karaïndrou zegt van zichzelf dat zij niet de capaciteiten van een dirigent heeft. Een dirigent moet zijn muzikanten zodanig sturen dat zijn visie op een partituur tot leven komt. De muzikanten van Karaïndrou moeten dat zelf kunnen, ook zonder dat zij gedetailleerde aanwijzingen geeft. Vandaar haar uitspraak dat zij haar instrumentalisten kiest omwille van hun virtuositeit. Vaak is niet zozeer het instrument van belang, maar wel de persoon die het bedient. In het geval van de politiki lyra speelden beide overwegingen een rol. Ze koos bewust voor dat instrument omdat het iets archaïsch heeft, iets primitiefs. Het kwam bovendien goed uit dat het afkomstig is uit Klein-Azië, een gebied waar de vluchtelingen ook vandaan kwamen. Over de achtergronden van de film Eleni leest u meer op onze september 2004- pagina .

Het was niet de eerste keer dat Karaïndrou met Sinopoulos samenwerkte. In Trojan Women , een theaterbewerking uit 2002 van Antonis Antypas, gebaseerd op de gelijknamige tragedie van Euripides, met muziek gecomponeerd door Eleni Karaïndrou , speelde hij ook al politiki lyra en laouto . Ook hier werd de instrumentatie bewust sober gehouden. Het vrouwenkoor, de Trojaanse vrouwen, zingen een klaagzang die wordt ondersteund door zes musici op oude volksinstrumenten. Zowel Troyan Women als The Weaping Meadow werden bij het prestigieuze Duitse label ECM uitgebracht.

Karaindrou introduceerde Sokratis Sinopoulos bij het Megaron Mousikis in Athene en liet hem voor het eerst samen met een groot orkest optreden. Dat was in maart 2005, toen Eleni Karaïndrou The Weeping Meadow , in première, en The Trojan Women , voor de eerste keer in concertvorm, aan het Atheense publiek voorstelde. Het concert, onder de titel I Elegia tou Kserizomou - Η Ελεγεία του Ξεριζωμού (Klaagzang der ontworteling) werd drie dagen na elkaar opgevoerd met als solisten Maria Farantouri (zang), Vangelis Christopoulos (hobo), Sokratis Sinopoulos ( politiki lyra ), Maria Bildea (harp), Konstantinos Raptis ( bayan , een Russische accordeon) en Eleni Karaïndrou zelf aan de piano. Het Koor stond onder leiding van Antonis Kontogeorgiou, en het La Camerata Orchestra of the Friends of Music werd gedirigeerd door Alexandros Myrat . In totaal zaten er 110 muzikanten op het podium. Ook de opname van dit concert werd later door ECM uitgebracht, de eerste live-cd van Karaïndrou bij dit label.

Ook Evanthia Reboutsika deed op hem beroep toen ze een politiki lyra nodig had voor haar filmmuziek voor Politiki Kouzina (2003), en later nog eens voor de Turkse film Babam ve Oğlum (2005). Beide films werden kaskrakers en de muziek kreeg internationale aandacht. In oktober 2007 was Reboutsika zelfs te gast op het Filmfestival Gent omdat ze daar een "Discovery of the Year Award" gewonnen had.

Met Nikos Kypourgos staat Sinopoulos tot nog toe vijf keer op plaat. Daar zijn drie soundtracks bij van films die ook al op de een of andere manier met Turkije te maken hadden.

En toen de Canadese Loreena McKennitt op haar cd An Ancient Muse (2006) de sporen van haar Keltische voorouders wilde volgden en daarbij voor de poorten van Istanbul terecht kwam, ging ze op zoek naar topmuzikanten om de juiste sfeer op te roepen. Met minder dan het beste neemt zij immers geen genoegen. Dat is ook nodig, want in tegenstelling tot Karaïndrou krijgen haar muzikanten zelfs geen partituur. McKennitt heeft wat beelden in haar hoofd en die gooit ze in de groep, met een paar noten of een motiefje er achteraan, en ze verwacht dan dat ze de rest samen uitwerken. Uit een lange lijst mogelijke medewerkers selecteerde ze Haig Yazdjian op outi en Sokratis Sinopoulos op politiki lyra . Het album verkocht een half miljoen exemplaren. We vertellen iets meer over dit album en het "wordingsproces" in de bio van Haig Yazdjian .

Als je de ideën van anderen kan verklanken, dan is het niet zo'n grote stap om in je eigen binnenste te gaan putten. Het ligt dus nogal voor de hand dat Sokratis Sinopoulos eigen muziek schrijft. Daarbij blijft hij trouw aan zichzelf en aan zijn stokpaardje(s): zijn composities "verenigen het heden en het verleden", zoals een enthousiaste commentator het uitdrukte. Hij en Katerina Papadopoulou namen in 2006 deel aan het Festival Tragoudiou van Thessaloniki. Hun liedje, een ballade, raakte door de preselectie maar sneuvelde in de eerste finale. Dat was gedeeltelijk omdat de indrukwekkende stem van Katerina in dat nummer niet helemaal tot haar recht kwam. Eigenlijk is zo'n liedjesfestival in feite niets voor hen, maar het hoort er nu eenmaal bij.

Een jaar later, in 2007, verscheen San chelidoni - Σαν χελιδόνι (Als een zwaluw), een cd-single met drie eigen nummers van Sinopoulos, twee daarvan gezongen door Katerina en het derde door hemzelf (want zingen kan hij ook al). Deze keer waren de kritieken bijna unaniem positief. Het werd uitgebracht door een klein label (Cantini, van Panayotis Kalantzopoulos ) en het is dus niet meteen overal te vinden. De invloedrijke Atheense platenzaak en uitgeverij "Music Corner" kreeg daarom het schijfje pas in handen toen het al maandenlang in omloop was, maar toch wilden ze beslist nog met een bespreking komen om te zeggen hoe goed ze het wel vonden. Een andere recensent was minder in de wolken. Hij vond het wel goed maar volgens hem klonk het gewoon als hedendaagse muziek en te weinig, of zelfs helemaal niet, als traditioneel. Hij benadrukte wel dat dit zijn persoonlijke mening is, maar in feite vertegenwoordigt hij een aantal mensen die liever niet zien dat de paradosiaká opschuift richting endechna (het betere kunstlied, zeg maar). Anderen vinden dat dit juist wel een goede zaak is. Zij argumenteren dat de traditionele muziek al eeuwenlang "met zijn tijd is meegegaan" en zich voortdurend heeft aangepast. Zij zien dan ook geen reden om die evolutie stil te leggen op het punt dat ze ergens in het midden van de vorige eeuw bereikt had, toen de onderzoekers met hun bandopnemers het veld introkken om alles - letterlijk en figuurlijk - vast te leggen.

Hier en daar wordt ook gezegd dat Sokratis Sinopoulos stilaan uitgekeken raakt op "zijn" politiki lyra en op de traditionele muziek, en dat hij zich daarom met meer moderne dingen gaat bezighouden, maar in de praktijk is daar dan toch niet veel van te merken. Zijn belangstelling deint wel steeds verder uit, maar dat betekent daarom nog niet dat hij andere dingen overboord gooit "om plaats te maken" voor iets nieuws. Voorlopig lijkt hij nog ruimte genoeg te hebben.

Zelf trekt Sokratis Sinopoulos zich van al die controverses niet al te veel aan. Hij blijft rustig verder componeren, in zijn eigen "nieuwe oude stijl", tot spijt van wie het benijdt. Een hele tijd lang speelde hij die nummers bijna uitsluitend op zijn concerten, als het programma zich daartoe leende tenminste. Hij was wat meer terughoudend met het uitbrengen van eigen werk op cd's. Dat is niet nieuw: al in de jaren 1990 had hij - naast al de andere groepjes waar hij in speelde - met enkele anderen een eigen groepje opgericht dat Anatoliki Poli (Oosterse Stad) heette. Ze maakten toen ook al dergelijke muziek en namen zelfs een cd op - die nooit uitgebracht werd.

Maar ook zonder die "ontbrekende" eigen cd's is het duidelijk dat de lijst van projecten en cd's, waar Sinopoulos op de een of andere manier aan meewerkte, veel gelijkenissen vertoont met een telefoonboek: even lang en even (weinig?) boeiend, maar (bijna) iedereen staat er wel in.

Toch willen we één merkwaardige cd aanhalen. Het is in feite een dubbel-cd, ze heet Politiki Zygia - Πολίτικη Ζυγιά (Constantinopel-duo) en het is een live-opname van een concert ... in Utrecht. Hij was daar (en in Groningen) in december 2007 , samen met Katerina Papadopoulou en Christos Tsiamoulis . Het concert in Utrecht werd opgenomen en nadien op de radio uitgezonden, maar enkele jaren later (in 2010) werd de opname in Griekenland ook op cd uitgebracht. Een ongebruikelijke gang van zaken die niet onopgemerkt bleef in hun thuisland. Eén Griekse recensent was aangenaam verrast dat "afgaande op het applaus aan het einde, de inwoners van Utrecht deze voor hen ongewone muziek toch op prijs konden stellen". Het is typisch Grieks om de expressiviteit van hun traditionele muziek zo zwaar te onderschatten. Ze houden er zelf wel van (de meesten toch) maar anderzijds kunnen ze zich moeilijk indenken dat zoiets "alledaags" ook op andere planeten kan aanslaan. Gelukkig groeit er de laatste jaren toch wel een besef dat die muziek dan misschien wel alledaags maar toch allerminst banaal is. Steeds meer mensen beginnen in te zien dat ze hier niet te maken hebben met een primitieve, charmante en oudbakken vorm van vrijetijdsbesteding, maar integendeel met een verfijnde kunstvorm, het resultaat van eeuwenlang schaven en polijsten door getalenteerde vaklieden.

Dat groeiende besef dateert niet van gisteren. Domna Samiou , de éminence grise van het onderzoek naar traditionele muziek in Griekenland, zag daar bijvoorbeeld al tekenen van in 1998. Ze zag het toen nog wel somber in. De jongeren hadden wel belangstelling maar ze waren zonder die muziek opgegroeid. Hun ouders, zijnde de jeugd van tijdens en na het Kolonelsregime (1967-1974), hadden zich massaal van de dimotika afgekeerd, precies omdat die door de gehate dictators zo gepromoot werd. De nodige vakkennis was eeuwenlang doorgegeven geweest van generatie op generatie, en de mensen waren altijd opgegroeid in een wereld die doordrenkt was van die muziek, niet alleen bij geboorte, huwelijk en overlijden maar ook bij alledaagse dingen als het water halen bij de bron of het binnenhalen van de oogst. Dat continue proces was nu onderbroken. "De navelstreng is doorgeknipt", zoals Samiou het uitdrukt. "Niemand zingt thuis nog traditionele liedjes, zeker niet in Athene (waar toch de helft van de Grieken woont), er zijn geen goede plaatopnamen, en op de scholen wordt ook al geen traditionele muziek meer aangeleerd".

Dat was de situatie in 1998. Iets meer dan tien jaar later ziet het er heel anders uit: er zijn nu wél goede opnames beschikbaar, vaak als onderdeel van een volwaardige wetenschappelijke studie, er zijn tegenwoordig muziekhumaniora's waar de leerlingen bovenop het gewone lessenpakket nog een hoop extra uren les krijgen in (vooral) traditionele muziek, en op vrijwel alle universiteiten kan je de dimotiká gaan bestuderen, ook zonder dat je daarvoor een opleiding tot musicoloog moet volgen.

Dat alles is uiteraard niet de verdienste van Sokratis Sinopoulos alleen, maar hij heeft wel de nodige steentjes bijgedragen. Want inderdaad, overal waar je gaat langs die revival-wegen kom je altijd wel Sinopoulos tegen. Zijn meest zichtbare spoor is uiteraard de recente doorbraak van de politiki lyra . Aan het begin van de jaren 1990 zullen er maar weinigen in Griekenland geweest zijn die nog wisten wat dat voor een ding was, vandaag lijkt het alsof het nooit is weggeweest. Als je zegt dat Sokratis Sinopoulos min of meer op zijn eentje voor die heropleving gezorgd heeft, dan is er eigenlijk maar één persoon die het daar niet mee eens is en dat is Sinopoulos zelf. Hij schuift die eer meteen door naar mensen als Ross Daly . "Het zijn zij die het instrument in Griekenland introduceerden", zeg hij. Dat klopt inderdaad, maar een introductie is daarom nog geen revival. Op onze pagina over de politiki lyra leest u daar meer over.

Maar Sinopoulos heeft nog vele andere dingen "op zijn geweten", dingen die vaak wat minder zichtbaar zijn - en hij is de laatste om daarmee te gaan zwaaien. We noemden al zijn medewerking aan een aantal relevante cd's, al hebben we daar nog niet bijverteld dat hij zowat tien jaar lang (vanaf ongeveer 1998) betrokken was bij de uitgaven van Domna Samiou zelf.

Dat was een boeiende tijd, vertelt hij, en spannend ook. Hij en zijn collega's wisten nooit vooraf wat ze zouden moeten spelen. In de studio liet Domna Samiou hen een casette horen, meestal een eigen veldopname, of anders toch iets uit haar geluidsarchief. Ze zong het twee of drie keer voor, zoals zij het wilde hebben, en daar pikten Sinopoulos en de anderen dan op in. "Ik heb op korte tijd heel veel geleerd over al die verschillende muzikale tradities", zegt hij dan. Maar hij vergeet te vermelden dat er voor zoiets wel erg goede muzikanten nodig zijn. De cd's van Domna Samiou waren immers bedoeld om al die tradities te documenteren en ze te conserveren. Het moest dus wel "correct" zijn, zo dicht mogelijk bij de originele opname, en zij wist echt wel wat ze deed. Precies daarom had ze muzikanten gekozen die sterk genoeg waren om snel tot de essentie door te dringen.

Daarnaast schijnt Sokratis Sinopoulos een goede leraar te zijn, die niet alleen zijn kennis kan overdragen (wat op zichzelf al moeilijk genoeg is) maar die tegelijk ook zijn enthousiasme en zijn bezieling voor de muziek van Klein-Azië meegeeft aan zijn leerlingen. Hij zegt dat een goede leraar "je bij de hand neemt en je de weg wijst". Zo heeft hij het zelf ervaren toen hij bij Ross Daly in de leer was, en zo wil hij het nu ook met zijn eigen studenten doen.

Op die manier heeft hij al vele jonge musici "besmet". We noemden al zijn lessen politiki lyra aan het MELMOKE maar dat is lang niet alles. Samen met zijn vriend Derya Türkan is hij al vele jaren een vast onderdeel van het zomerprogramma van Daly's Labyrinth Musical Workshop . Daar geven ze onderricht in de makams, de bouwstenen van de Oosterse muziek, en ook in improvisatie. Die cursus duurt een hele week en na afloop geven ze meestal een concert. Het is trouwens met een dergelijk concert dat ze samen naar Gent kwamen in maart 2005 . Daarnaast geeft (of gaf) Sinopoulos ook nog les aan de universiteit van Athene, hij is artistiek adviseur bij de muziekschool "En Organis", hij doceerde aan het conservatorium van Athene, hij en Katerina Papadopoulou geven regelmatig workshops op de jaarlijkse "Music Village" conferentie in een dorp bij Volos, ...

Zijn meest prestigieuze aanstelling tot nog toe is misschien wel die van lector aan de Universiteit van Macedonië, in Thessaloniki. Daar werd in 1996 een "Department of Music Science and Art" opgericht. Die faculteit wil studenten een zo breed mogelijke vorming geven waarin zowel theorie als praktijk aan bod komen. Met zo'n diploma op zak zou je heel breed inzetbaar moeten zijn: niet alleen als uitvoerend musicus, maar ook in research of in de muziekopleiding zelf. Er wordt uitdrukkelijk over de grenzen heen gekeken en daarom worden de studenten actief aangemoedigd om zelf groepjes op te richten en daarmee internationaal te gaan. Er zijn vier studierichtingen: Westers klassiek, Byzantijns, hedendaags, en - inderdaad - traditionele muziek, dus de dimotiká . De eerste studenten konden zich inschrijven in september 1998, nauwelijks enkele maanden nadat Domna Samiou haar bedenkingen had geuit over de toekomst van het genre.

De studenten kiezen één instrument waarin ze zich willen specialiseren (bijvoorbeeld santouri , viool , klarinet , outi of lyra ). Het lessenpakket omvat ook gemeenschappelijke vakken, die zowel de geschiedenis van de dimotika behandelen als de meer muziektechnische aspecten ervan. Veel aandacht gaat daarbij naar actieve muziekbeluistering en tekstanalyse. Tenslotte zijn er een aantal keuzevakken, en dat zijn bijna allemaal talen, waaronder die van de omringende landen (Turks, Bulgaars, Servo-Kroatisch) maar ook Engels, Frans, Duits en Italiaans. Sokratis Sinopoulos geeft niet minder dan twintig verschillende modules, waaronder acht (!) opeenvolgende over de lyra . Die behandelen niet alleen de praktijk, maar bijvoorbeeld ook de geschiedenis van het instrument, of de verschillende manieren waarop het in verschillende streken van Griekenland en elders gebruikt wordt. In zijn andere modules heeft hij het over dingen als "de poëtische aspecten van de dimotiká-teksten", de verschillende "klankgeologische landschappen" in Griekenland, of "compositie met volksinstrumenten".

Die job lijkt hem op het lijf geschreven, en in zekere zin is dat misschien precies wat er gebeurd is. De faculteit moest namelijk helemaal van nul opgestart worden. Het is dan niet onlogisch dat je eerst de krijtlijnen uitzet en vervolgens kijkt wie er eventueel beschikbaar is om die in te vullen. Je zoekt daarbij naar virtuozen op één of meerdere van de belangrijke traditionele instrumenten, die ook de nodige theoretische bagage hebben (niet toevallig precies het profiel dat je wil gaan vormen) en die daar bovenop nog over didactische kwaliteiten beschikken. Je komt dan haast automatisch uit bij iemand als Manos Achalinotopoulos voor de klarinet (die daar inderdaad ook lesgeeft) en natuurlijk bij Sokratis Sinopoulos voor de lyra. Deze laatste heeft lang geaarzeld om het aanbod aan te nemen, enkel en alleen omdat hij dan zou moeten pendelen tussen Thessaloniki en Athene en dat is toch nog altijd een ritje van 1000 km heen en weer.

Toch vindt hij nog tijd voor allerlei andere activiteiten: workshops, optredens, ... In september 2010 zat hij bijvoorbeeld in het kwartet van Ara Dinkjian voor enkele concerten in Roemenië en Spanje.

Enkele maanden eerder was hij betrokken geweest bij een opmerkelijk concert van Maria Farantouri . Ook Farantouri vindt namelijk dat de Grieken hun eigen, traditionele muziek heel lang onrecht hebben aangedaan. Voor zover ze zich daar al mee bezighouden blijft het volgens haar toch enkel een binnenlandse aangelegenheid. "Dat is één van de dingen waar ik nog wat wil aan doen voor ik ophoud met zingen", zegt ze. Dat bleek al tijdens haar optreden op het Brugges Festival in november 2009 , toen ze verrassend uitpakte met een programma waar een heleboel traditionele liedjes in verwerkt waren. Ze had daarvoor onder meer Sokratis Sinopoulos meegebracht.

Maar daar bleef het niet bij. In juni 2010 presenteerde Farantouri een project rond traditionele en meer hedendaagse muziek. Daarvoor werkte ze samen met de bekende jazz-saxofonist Charles Lloyd, een man wiens biografie tegelijk ook zo'n beetje de geschiedenis van de jazzmuziek beschrijft. Hij had de Griekse traditionele muziek leren kennen toen hij naar Griekenland kwam voor optredens. Volgens hem kan je de ziel van een volk doorgronden door naar hun muziek te luisteren, en Maria is het daar helemaal mee eens. Vandaar dat ze voorstelde om daar samen iets mee te doen. Voor de Griekse insteek had Farantouri gezocht naar muzikanten die in staat waren om bruggen te bouwen tussen de (veelzijdige) Griekse muziek en de jazz. Het concert in het Herodes Atticus theater in Athene was daar het resultaat van. Het enthousiaste publiek hoorde hoe Charles Lloyd en de drie andere leden van zijn haast legendarische kwartet (pianist Jason Moran, bassist Reuben R. Rogers en drummer Eric Harland) in dialoog gingen met hun Griekse collega's Alexandros Arkadopoulos ( klarino ), Takis Farazis (piano), en Sokratis Sinopoulos ( politiki lyra ). In het tweede deel van dit concert zat, zoals gewoonlijk, het vaste repertoire van Farantouri en Lloyd verwerkt, maar in het eerste deel kwamen er onder meer Byzantijnse, Epirotische en Pontische nummers aan bod, en ook een speciaal hiervoor door Lloyd geschreven compositie die de titel Greek Suite meekreeg. Het publiek ging helemaal uit de bol bij de improvisaties, de ene keer een dialoog tussen de lyra van Sinopoulos en de sax van Lloyd, de andere keer tussen de twee pianisten. Het concert werd opgenomen en het werd later als dubbel-cd onder de titel "Athens Concert" uitgegeven bij ECM . Lloyd is daar vaste klant (22 eigen albums, als we goed kunnen tellen), voor Farantouri is het de tweede keer dat haar stem daar vereeuwigd wordt, en Sinopoulos was nu met zijn politiki lyra al vier keer bij hen ingeblikt .

Dit project bewijst wel dat het Farantouri menens is als ze zegt dat ze voor haar pensioen nog eerherstel wil voor de dimotiká . Het bewijst ook dat er toch wel degelijk iets aan het bewegen is als iemand als Farantouri dat zegt: zij is immers één van diegenen die gemakkelijk vereenzelvigd worden met de endechna, en in die hoek zaten er tot voor kort nogal wat mensen voor wie een dimotika-liedje even ondenkbaar was als een operazanger die een carnavalschlager kweelt. Het bewijst tenslotte dat Sokratis Sinopoulos bij die herwaardering misschien toch wel een grotere rol speelt dan die van toevallige voorbijganger. De muziekstudenten van vandaag krijgen les van Sinopoulos, misschien zullen hun toekomstige collega's ooit nog les krijgen over hem.

Een belangrijk hoofdstuk van hun cursus zal dan gewijd zijn aan de - tot nog toe - twee ECM cd's met eigen composities van Sinopoulos. Een examenvraag hierover zou dan kunnen zijn: hoe komt het dat Sinopoulos nu ineens wél met zijn eigen werk naar buiten kwam, en dan nog meteen bij een prestigieus label als ECM ?

De samenwerking met Charles Lloyd heeft daar blijkbaar een belangrijke rol in gespeeld. Net als Sinopoulos zelf is ook Lloyd van mening dat muziek niet in hokjes in te delen valt. De geïmproviseerde dialogen tijdens de concerten waren daar een treffende illustratie van. Ze hadden ook op Sinopoulos zelf een diepe indruk gemaakt. Sinopoulos is zelf ook altijd een fervent voorstander geweest van improvisatie. "Die vind je in zowat alle muzikale culturen, overal ter wereld", zegt hij. En voor hem is dat gewoon het muzikale equivalent om "een verhaal met je eigen woorden te vertellen", in plaats van het voor te lezen. De "vrijheid van expressie", die hij bij Charles Lloyd en zijn muzikanten kon mee-beleven, was dan een aanmoediging om in die richting verder te gaan.

Daarnaast was het een flinke opsteker voor hem dat Lloyd van zijn kant onder de indruk was van Sinopoulos en zijn lyra. Een Griek krijgt de traditionele muziek (meestal) met de moedermelk mee binnen, en het is dan moeilijk om de muziek los van die context te beleven. Een Amerikaan als Lloyd had daar geen "last" van, Hij baseerde zijn mening dus enkel en alleen op de muziek in zijn zuiverste vorm.

Die feedback deed Sinopoulos terugdenken aan dat merkwaardige album "Polítiki Zygiá", dat we hoger al aanhaalden en dat in feite een live opname was van een concert in Utrecht. Het Nederlandse publiek had immers ook zonder "bagage" geluisterd, en toch waren ze enthousiast geweest. Het moet dus de muziek zelf geweest zijn die hen aansprak.

Een andere factor was, volgens Sinopoulos zelf, een ontmoeting met de pianist Yannis Kyrimkyridis . Ook zij hebben dezelfde kijk op muziek, en ook Kyrimkyridis heeft zowel kennis als talent in overvloed.

Ze haalden er nog twee andere zwaargewichten bij, namelijk Dimitris Tsekouras (contrabas) en Dimitris Emmanouil (percussie), en zo ontstond in 2011 het "Sokratis Sinopoulos Quartet". Die twee hadden al eerder met Sinopoulos samengewerkt en ze zaten dus allemaal op dezelfde golflengte.

Dat is wel handig, want ze krijgen geen partituur op hun bord om in te studeren en dan slaafs na te spelen. Sinopoulos zegt dat zijn composities niet meer zijn dan "potloodschetsen" die tijdens de uitvoering "ingekleurd" worden door hem en zijn vrienden, telkens opnieuw, en telkens een beetje anders.

Het hoeft dan niet te verbazen dat het nieuwe ensemble al snel op het radarscherm van Manfred Eicher verscheen. De man is oprichter en bezieler van ECM, en hij neemt veel van de producties zelf voor zijn rekening.

Uit het ene volgt het andere, en in april 2015 verscheen bij ECM het eerste album van het "Sokratis Sinopoulos Quartet". Het heette "Eight Winds", en het kreeg overal lovende kritieken. Het zal niet daarom zijn dat er nog geen vier jaar later, in maart 2019, een tweede album uitgebracht werd onder de titel "Metamodal".

Beide albums staan vol met pure, tijdloze esthetiek, precies datgene dus wat Manfred Eicher met zijn ECM label voor ogen heeft. De recensenten weten intussen wel dat je bij een ECM cd beter niet gaat zoeken naar een etiket dat op de inhoud past. Gelukkig maar, want dit is geen jazz, geen dimotika, geen fusion, geen dit en geen dat, het is gewoon Muziek in zijn zuiverste vorm. Sommige recencenten kunnen het niet laten en zeggen dat er "elementen van [allerlei stijlen] in verwerkt zijn", maar voegen er dan snel aan toe "dat de grenzen tussen al die stijlen helemaal vervaagd zijn".

Daags vóór de opnames van "Eight Winds" had Sinopoulos trouwens nog aan de anderen gezegd dat ze vooral tijdens de solo-partijen moesten opletten, en "als je voelt dat je iets aan het spelen bent dat lijkt op jazz, folk, klassiek of wat dan ook, vermijd dat dan en verander het onmiddellijk". Dat was een kolfje naar hun hand, enerzijds omdat ze al die stijlen wel degelijk goed kennen en beheersen, zodat de "rode lampjes" op het juiste moment kunnen aanfloepen, en anderzijds omdat ze allemaal meer dan sterk genoeg zijn in improvisatie om "het op een andere manier te kunnen zeggen".

Waarmee nogmaals bewezen is dat Sokratis Sinopoulos inderdaad een ware nachtmerrie is voor muzikale-etikettenklevers ...

 

Laatst bijgewerkt op : 2021-06-13

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Maria Simoglou

Volgende pagina
Maria Skoulá

Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.