Geschiedenis-onafhankelijkheid2
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten
Albanie Griekenland Cyprus

Geschiedenis van Griekenland

Deze pagina afdrukken

De Griekse onafhankelijkheid

De reactie van de Sultan

Zoiets als een "nationaal gevoel" paste niet in het Ottomaanse wereldbeeld. Dat is niet zo verwonderlijk, het was zelfs in Europa nog maar pas "uitgevonden". Binnen het denkkader van de Sultan ging het hier om de zoveelste opstand van enkele individu's, belust op eigenbelang, en daar wist hij wel raad mee. Het traditionele Turkse antwoord hierop was meedogenloze repressie. Ook nu paste de Sultan dat recept toe, en hij maakte daarbij twee fouten.

Een eerste fout was dat hij, op Paaszondag van 1821, de patriarch van Constantinopel liet ophangen aan de poort van zijn eigen kerk, de Agia Sofia. Op zich niet onlogisch, vermits de patriarch de leider was van de Griekse millet, en daarmee ook verantwoordelijk voor het wangedrag van zijn onderdanen. Dat de patriarch de opstand veroordeeld had, en de opstandelingen zelfs geëxcommuniceerd, mocht niet baten.

Het probleem was dat dit een golf van verontwaardiging teweegbracht in de Russische wereld, die immers ook orthodox was. De Russische tsaar, Alexander I, had tot nu toe een politiek gevoerd die er op gericht was de toegang tot de zee in het zuiden van zijn rijk te vrijwaren, en hij was niet bereid om offers te brengen voor iets wat die zaak niet diende. Hij had dus tot nog toe het Ottomaanse Rijk met rust gelaten, en ook nu kwam daar geen verandering in. Maar zijn onderdanen morden wel.

Een tweede fout van de Sultan was dat de repressie niet stopte bij het ophangen van de patriarch. Integendeel, het was nog maar het begin. Over heel Klein-Azië werden honderden Griekse prominenten terechtgesteld, en de Turkse gelovigen kregen de vrije hand om de ongelovigen binnen hun bereik te straffen voor hun zonden. Naarmate de revolutionairen op de Peloponnesos terrein veroverden en daarbij Turkse soldaten en burgers afslachtten, beantwoordden de Turkse gelovigen, hiertoe opgehitst door hun religieuze leiders, dit met slachtingen op Rodos, Kos, Cyprus. In Anatolië werd Kydonia (Aivali), een stadje met 30.000 inwoners, uitgemoord en in puin gelegd. Maar het was vooral de slachting op Chios in 1822 die weerklank vond in het Westen. Victor Hugo schreef "L'enfant grec" en Eugène Delacroix schilderde een monumentaal doek, "Le massacre de Scio", dat nu in het Louvre hangt.

Daarmee was ook de aandacht van de publieke opinie in het Westen wakker gemaakt. Maar ook hier vinden we hetzelfde plaatje als in Rusland: het volk was verontwaardigd, de leiders lieten andere belangen primeren. De macht in Europa lag bij een conservatieve alliantie, die bovendien kort tevoren Napoleon verslagen had. Ze hadden dus grondig hun buik vol van al die revolutionaire toestanden en deden niets.

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Het uitbreken van de revolutie

Volgende pagina
De rol van de filhellenen

Valid HTML 4.01 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.