Geschiedenis-onafhankelijkheid6
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten
Albanie Griekenland Cyprus

Geschiedenis van Griekenland

Deze pagina afdrukken

De Griekse onafhankelijkheid

Invloeden op de muziek

Het belangrijkste overgebleven spoor van die periode is het Griekse volkslied "O Ymnos is tin Elevtheriá" (Hymne aan de Vrijheid). De tekst ervan is gebaseerd op een aantal strofen van een gedicht van Dionysios Solomós, geschreven in 1823 als morele steun voor de Griekse vrijheidsstrijders, en werd getoonzet door Nikólaos Mántzaros. De eer die zijn gedicht te beurt viel kon Solomós zelf helaas niet meer meemaken. Het werd pas in 1864 het Griekse volkslied, vijf jaar na zijn dood. Solomos werd in 1798 geboren op Zákynthos, een eiland dat tot in 1797 onder Venetiaanse heerschappij zat en toen de naam Zante droeg. Hij was de zoon van een Italiaanssprekende graaf en diens Griekse dienstmeid. En daardoor had Dionysios Solomos een soort van dualiteit in zich. Enerzijds voelde hij zich betrokken bij de "Griekse zaak", maar anderzijds lijkt hij meer op de filhelleense idealisten uit Europa. Na zijn studies in Italië heeft hij enkel op Zakynthos en Corfu geleefd. De Griekse wereld en die van de Ionische eilanden, die uiteindelijk pas in 1864 bij Griekenland werden gevoegd, waren twee aparte werelden. Toch was hij begaan met de Griekse vrijheidsstrijd en schreef, na zijn Hymne aan de Vrijheid, ook nog gedichten ter nagedachtenis van Lord Byron (1824) en naar aanleiding van de val van Mesolonghi (in 1826).

Van de onafhankelijkheidsstrijd zelf zijn niet zoveel sporen meer te vinden in de muziek van vandaag. Er waren wel de "Kleftenliederen", waarvan de teksten in boekvorm verkrijgbaar zijn. Ze pasten perfect in de tijdsgeest, en komen dan ook nogal bombastisch over op een hedendaags publiek.

Belangrijker zijn de westerse invloeden die als gevolg van de Onafhankelijkheid op het nieuwe Griekenland met zijn oosterse bevolking en zijn muziek inwerkten.

Enerzijds was er de aanhechting van de Ionische Eilanden. Ook vandaag nog kan een bezoeker van die eilanden zich in Italië wanen, en de traditionele muziek van de Ionische Eilanden toont dan ook duidelijk de sporen van de eeuwenlange Italiaanse aanwezigheid. Door hun gunstige economische en sociale situatie hadden de inwoners uiteraard een aanzienlijke invloed op de andere Grieken. Er ontstond een intensief contact:, en overal namen de mensen hun muziek met zich mee. Savina Yannatou , toch een eeuw later geboren, is daar het levende bewijs van. Haar vader is afkomstig van Kefaloniá, één van de Ionische eilanden, en haar moeder van Kálymnos, helemaal aan de andere kant van Griekenland, tegen Turkijë.

Naast de westerse invloeden die van de Ionische Eilanden overwaaiden was er ook nog de invloed van de koning en zijn hofhouding, of meer bepaald van de nieuwe bourgeoisie. Deze zelfverklaarde elite schaamde zich inderdaad voor het oosterse, volgens hen achterlijke karakter van het gewone volk. Ze wilden Griekenland zo snel mogelijk aansluiting doen vinden bij het moderne Europa en adopteerden daarom enthousiast alle mogelijke facetten van de Parijse Belle Epoque. Revues, operas en operetten werden aan de lopende band en met wisselende kwaliteit geproduceerd. Ze werden druk bijgewoond door een naar de (voor)laatste Parijse mode gekleed publiek, voor zover die tenminste geen tango's of walsjes aan het dansen waren. In de marge hiervan doken ook de westerse Café Chantants in Athene op.

Het gewone volk vond dat allemaal maar niks, en een pientere taverna-eigenaar opende in 1873 een eerste "Café Aman" in de buitenwijken van Athene. Hij haalde zijn artiesten niet uit Parijs of Wenen, maar vond ze bij de rondtrekkende gezelschappen van professionele muzikanten uit de Griekse kolonies in Klein-Azië, zoals Smyrna. De man had niet alleen commerciële feeling, maar ook nog gevoel voor humor, want "aman" was het stopwoord waarmee de oosterse zangeressen nagenoeg elke strofe afsloten en dat zoveel betekent als "ach" en "wee". Dit soort muziek sprak het volk wél aan. De formule werd een daverend succes en vond overal navolging. De rembetika-zangeres Mario bracht in november 1998 deze muziek voor de voetlichten van de Singel in Antwerpen.

Het zijn overigens diezelfde professionele muzikanten die na de Megali Katastrofi in groten getale gedwongen uit Klein-Azië naar Griekenland zouden komen en daar mee de rembetika zouden "veroorzaken".

De klanken van de walsjes en tango's mogen dan wel niet in de smaak van het volk gevallen zijn, waardoor hun impact op de hedendaagse muziek beperkt gebleven is, maar helemaal zonder gevolgen is het allemaal toch niet gebleven. Op z'n minst kan men zeggen dat de westerse muziek voor de gemiddelde Griek van die dagen minder vreemd in de oren klonk dan de oosterse muziek in de oren van zijn westerse tegenhanger. Het terrein was dan ook geëffend voor iemand als Vasilis Tsitsanis, die na de Tweede Wereldoorlog met veel succes westerse klanken zou verwerken in "zijn" rembetikamuziek.

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Eleftherios Venizelos

Volgende pagina
De "Megali Katastrofi"

Valid HTML 4.01 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.