Januari  2011
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Jaar 2008 Jaar 2009 Jaar 2010 Jaar 2011 Jaar 2012 Jaar 2013 Jaar 2014
Januari 2011
Februari 2011
Maart 2011
April 2011
Mei 2011
Juni 2011
Juli 2011
September 2011
Oktober 2011
November 2011
December 2011

Overzicht Griekse Muziek in Januari 2011

Alle evenementen afdrukken

Enkel dit evenement afdrukken

Solon Lekkas & ensemble

Traditionele liederen van Lesbos en Klein-Azië

De Brusselse Art Base lijkt ook in 2011 van plan om zijn "klein maar dapper" imago waar te maken. Wat grotere, gesubsidieerde zalen niet lukt, dat doen zij aan de lopende band: kleinschalige maar bijzonder boeiende concerten organiseren. Daar zijn verschillende Griekse concerten bij. Er is een " Grieks klassiek " concert en een " Café Smyrne " concert (later meer hierover), maar ze openen de reeks met muziek van Lesbos en Klein-Azië. Speciaal hiervoor laten ze Solon Lekkas met zijn ensemble overkomen. Die zullen twee concerten en een workshop verzorgen. Het ensemble bestaat uit:

Het is niet verwonderlijk dat "Lesbos" en "Klein-Azië" in één adem genoemd worden, ook al hebben we het dan - vandaag - over Griekenland enerzijds en Turkije anderzijds. Het lijken twee verschillende werelden, maar dat is natuurlijk niet zo.

De Griekse eilanden in het noordoosten van de Egeïsche Zee, zoals Lesbos en Chios, liggen immers vlak voor de Turkse kust. Jezus had de oversteek gemakkelijk te voet kunnen maken, maar ook de gewone mensen pendelden vroeger regelmatig heen en weer tussen de eilanden en de bloeiende handelsplaatsen aan de Klein-Aziatische kust, zoals Aïvali en Pergamo. De cultuur, de muziek, de dansen en de traditionele klederdracht op die eilanden vertoonden weinig of geen verschil met die van de kustdorpen aan de overkant.

De talrijke vluchtelingen, die na de val van Smyrna in 1922 vanuit Klein-Azië in de grote steden van het Griekse vasteland en in Noord-Griekenland terechtkwamen, brachten natuurlijk ook hun cultuur en vooral hun muziek mee. Vooral in de steden zorgde dat voor een muzikale kruisbestuiving die ingrijpende gevolgen had, gevolgen die nog steeds nazinderen. Maar er waren ook vluchtelingen die op Lesbos belandden, omdat ze daar familie of vrienden hadden, en die brachten eigenlijk niets nieuws mee, want de traditionele muziek was er al precies dezelfde.

Tot de typische traditionele muziek en liederen van Mytilini (Lesbos) behoren dus ook de "Klein-Aziatische" amanedes , karsilamades en oude zeïbekika . De dansen zijn er voornamelijk koppeldansen. Zelfs de sirtos , die op de meeste andere plaatsen in Griekenland een reidans is, wordt er twee aan twee gedanst.

Op de Ionische eilanden, aan de andere kant van Griekenland, waar de Italiaanse invloeden overheersen, zal een jongeman die zijn oog heeft laten vallen op een plaatselijke schoonheid haar gunsten proberen te winnen door voor haar een kantada te zingen, een serenade in Italiaanse stijl. Zijn collega op Lesbos zal daar niet veel indruk mee maken, hij maakt dan meer kans met een hartstochtelijke amanes . Maar, zo stelt Solon Lekkas, bij ons is dat dan wel niet dezelfde amanes als bij de mohammedanen, onze amanedes hebben een vloeiende, lieflijke melodie, helemaal in Byzantijnse stijl.

Solon of Solonas Lekkas ( Σόλωνας Λέκκας ) werd in 1946 in Pigi, een dorp op Lesbos, geboren. Hij is bouwvakker en steenhouwer van beroep. Zijn vader, ook een bouwvakker, was van Arvanitische afkomst en zijn overgrootouders langs moeders kant kwamen uit Klein-Azië. Tegenwoordig woont hij in een dorp dichtbij Mytilini, de hoofdstad van Lesbos. Solon Lekkas is ook zanger, danser en hij speelt toumbeleki . Hij kent tal van traditionele liederen van Lesbos uit het hoofd, hij leerde ze zelf zingen zonder enige scholing. Dat ging vroeger altijd zo, maar volgens Lekkas is het ook de enige manier. Zingen en dansen is iets wat niemand je kan leren, vindt hij, het is een gevoel dat je overweldigt. Hij luisterde gewoon naar de ouderen en absorbeerde wat hij hoorde. Gelegenheid was er genoeg: er werd overal en altijd veel gezongen in het dorp, vooral in het plaatselijke koffiehuis. Daarbij werden nauwelijks instrumenten gebruikt. Soms werd er wel een toumbeleki of een daouli bovengehaald, maar dat was alleen als er buitenshuis muziek gemaakt werd, dus nooit binnen in het kafenion. Lekkas leerde zichzelf ook toumbeleki spelen.

Op deze twee concerten wordt Solon Lekkas begeleid door twee instrumentalisten met elk een heel eigen voorliefde voor het Klein-Aziatische repertoire en een flinke dosis vakkennis.

Kyriakos Gouventas ( Κυριάκος Γκουβέντας ) is zonder meer een fenomeen. Hij lijkt wel over de gave van alomtegenwoordigheid te beschikken. Zelfs bij ons in de Lage Landen zullen er niet veel liefhebbers van Griekse muziek zijn die deze violist niet kennen. Hij zat talloze keren op allerlei podia in België en Nederland, in de begeleidingsgroep van vele Griekse zangers en zangeressen, bij concerten in de meest uiteenlopende muziekgenres, van traditioneel tot endechna en alles wat daartussen zit. Onvermoeibaar als hij is, speelt hij ook in tal van orkestjes en ensembles. Hij is bijvoorbeeld een vaste medewerker van Savina Yannatou in haar begeleidingsgroep " Primavera en Salonico" . Hij is daarnaast ook medeoprichter en lid van het befaamde orkest "Estoudiantina Neas Ionias Magnisias", een orkest dat sinds de oprichting in 1998 zowat de helft van alle Griekse zangers heeft begeleid. Hun eerste cd "Smyrne", kwam uit in 2003 en niemand minder dan Yorgos Dalaras was er de producent van. En tevens maakt hij deel uit van het "Ensemble voor Traditionele Muziek" van Thessaloniki.

Kyriakos Gouventas werd op 19 oktober 1966 in Thessaloniki geboren en groeide er op in een zeer muzikale omgeving. Als kind kwam hij in contact met de meest uiteenlopende muziekgenres. Zijn vader speelde bouzouki in zijn vrije tijd en was instrumentenbouwer. De muziek die zijn vader speelde was voornamelijk stadsmuziek: rembetika en Europese muziek. Zijn grootmoeder, herinnert Kyriakos zich, zong de hele dag door. Zijn moeder was afkomstig van een dorp in Macedonië waar de dionysische rituelen nog hoogtij vierden. Met carnaval vermommen de dorpsbewoners zich met schapenvachten en getooid met bellen maakten ze dan de dorpssteegjes onveilig, begeleid door de schelle klanken van de zournas . Het zijn herinneringen die Kyriakos Gouventas altijd zullen bijblijven. In tegenstelling tot de meeste traditionele muzikanten die zich meestal alleen tot één bepaalde stijl beperken en hun vak al doende hebben geleerd, heeft Kyriakos Gouventas een volledige klassieke muziekopleiding achter de rug. In die tijd bestonden er nog geen scholen voor traditionele muziek. Hij leerde viool spelen aan het conservatorium in Thessaloniki, werkte bij het Staatsorkest van Thessaloniki en met verschillende ensembles voor kamermuziek, en studeerde eveneens in Londen. Ook dat is een reden waarom hij alle muziekstijlen aankan en zo veelzijdig is. Hij is in het bezit van een bijzondere viool die precies voor dat doel niet lukraak is gekozen. Een beetje zoals Manolis Chiotis die aan de bouzouki een snaar toevoegde om het instrument meer mogelijkheden te bieden, zo ook verkiest Kyriakos Gouventas een viool met vijf snaren, één meer dan gebruikelijk. Het maakt dat zijn instrument ergens tussen een viool en een viola inzit. Op die manier kan hij alles spelen en moet hij niet steeds twee instrumenten meezeulen. Toch is Gouventas zich gaandeweg meer en meer op de traditionele muziek gaan toeleggen.

Muziek en viool spelen zijn voor hem niet louter een broodwinning, maar een passie. En die passie deelt hij graag met anderen. Kyriakos Gouventas probeert vaak seminaries bij te wonen, waar hij zelf wat van opsteekt. Als een spons absorbeert hij alles wat hij hoort. Op zo'n seminarie raakte hij bijvoorbeeld aan de praat met een Amerikaanse country-violist. Die speelde hem een nummertje voor. Kyriakos luisterde aandachtig, begon dan mee te spelen. Eerst volgde hij maar al na enkele minuten had hij het beet. Hij nam geleidelijk over en de Amerikaan zat al gauw met open mond en glinsterende ogen zelf te luisteren. Maar als een goede spons geeft Kyriakos ook gemakkelijk weer terug wat hij absorbeerde. Hij geeft zijn kennis met plezier aan anderen door en het is ook een plezier om door hem "onder handen genomen" te worden. Hij is niet voor niets een graag geziene gast op allerlei seminaries en workshops.

De derde in het rijtje is Andreas Katsigiannis ( Ανδρέας Κατσιγιάννης ) . Hij werd in Athene geboren in 1976 maar groeide op in Nea Ionia Magnisias. Als jonge instrumentalist begon Katsigiannis in Athene aanvankelijk met klassieke gitaar. Later verhuisde het gezin naar Volos en daar kwam Andreas in contact met de vluchtelingengemeenschap van Nea Ionia en hun tradities. Hij ruilde zijn gitaar in voor de sandouri , een instrument dat hij met veel geduld, inspanning en volharding onder de knie kreeg.

Net als Kyriakos Gouventas is hij muziekdocent en ook hij maakt deel uit van het "Estoudiantina Neas Ionias Magnisias". En ondanks zijn relatief jeugdige leeftijd is hij niet zomaar gewoon lid, hij is medeoprichter en bovendien ook nog artistiek directeur van het orkest. Met het "Estoudiantina" bracht hij tot nu toe vooral traditionele muziek uit Smyrna en Klein-Azië. Toch gaat zijn interesse verder dan de typische Smyrneïka en Mikrasiatika . Veel verder zelfs: hij verdiept zich in alle muziekstijlen wereldwijd. Recent werkt hij met het Estoudiantina aan een productie met muziek van gans het Middellandse Zeegebied, van Spanje tot Syrië. Deze nieuwste productie zal "Mare Nostrum" heten. De muzikanten van het Estoudiantina kunnen vanwege hun grote verscheidenheid aan zowel oosterse als westerse instrumenten al deze muziekstijlen uitvoeren. Ze zullen worden bijgestaan door topzangers van de betreffende landen.

De (mini)bio's van deze drie begaafde en bezielde rasmuzikanten, zo naast elkaar gezet, geven meteen ook een goed beeld van de evolutie van de opleiding tot traditioneel muzikant. Op een paar jaar na hadden het vertegenwoordigers van drie verschillende generaties kunnen zijn.

De generatie van Solon Lekkas heeft de stiel al doende geleerd, in de praktijk, door te luisteren naar de oudere vakmensen. Die methode was eeuwenlang de enige mogelijkheid, die vooral werkte omdat de traditionele muziek toen alomtegenwoordig was. Dat was ook nog zo toen Lekkas jong was. Twintig jaar later, toen Kyriakos Gouventas aan de beurt was, had de traditionele muziek al veel terrein moeten prijsgeven aan de westerse populaire genres, maar Gouventas kon dat compenseren door met zijn studies klassieke muziek voor een stevige theoretische basis te zorgen. En nog eens tien jaar later kon de generatie van Andreas Katsigiannis terugvallen op een volwaardige opleiding traditionele muziek. De Griekse samenleving heeft intussen immers de waarde van hun traditionele muziek herontdekt. Die wordt niet meer stiefmoederlijk behandeld zoals vroeger. De dorpsfeesten en de spontane feestjes in de kafenia zijn weliswaar niet helemaal terug van weggeweest, maar anderzijds zijn er bijvoorbeeld muziekhumaniora's waar je onder meer voor traditionele muziek kan kiezen. De leerlingen krijgen daar, naast de gewone lessen, nog eens evenveel uren extra die aan muziek besteed worden. Voor zo'n intensieve opleiding is natuurlijk behoorlijk wat motivatie nodig, maar de leerlingen worden op die manier wel ondergedompeld in de muziek van hun keuze. Ook aan conservatoria en universiteiten zijn er tegenwoordig heel wat mogelijkheden om traditionele muziek te leren.

Dat neemt niet weg dat er toch nog vaste waarden zijn, die al die eeuwen onveranderd gebleven zijn. Eén daarvan is de nood aan een goede leermeester. Met de vele leermogelijkheden van tegenwoordig kan je je sneller dan vroeger de technische bagage eigen maken, maar dat is slechts het halve werk. Een instrumentalist kan zijn talenten pas ten volle ontplooien als hij individueel begeleid wordt door een goede leermeester, die zicht heeft op de mogelijkheden en tekortkomingen van de leerling en die hem zo de juiste richting kan uitsturen. De interactie met andere getalenteerde kunstenaars doet dan de rest. Alleen op die manier kom je aan de top. Dat zeggen tenminste de drie muzikanten die naar de Art Base komen. Ze zeggen het alle drie op hun eigen manier, maar ze hebben wel recht van spreken: zij zijn er immers geraakt, daar aan de top.

Het valt te betwijfelen of die ene workshop, die ze in de Art Base zullen geven, voldoende zal zijn om ook u aan de top te krijgen, maar het is in elk geval een buitenkans voor iedereen die actief deze muziek beoefent of dat wil gaan doen. De workshop gaat wel alleen door als er minimum 5 deelnemers zijn.

Praktische gegevens
Concert met traditionele liederen van Lesbos en Klein-Azië
Vrijdag 21 januari 2011, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Inkomprijs: € 15,-. Jongeren onder de 26 jaar: € 12,-. Jonger dan 16 jaar: gratis inkom.

Dit concert is voorbij.

Workshop liederen en muziek van de Egeïsche eilanden en Klein-Azië
Zaterdag 22 januari 2011, van 14u00 tot 17u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Prijs: € 50,- per persoon. Minimum 5 deelnemers.

Deze workshop is voorbij.

Concert met traditionele liederen van Lesbos en Klein-Azië
Zondag 23 januari 2011, 16u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Inkomprijs: € 15,-. Jongeren onder de 26 jaar: € 12,-. Jonger dan 16 jaar: gratis inkom.

Dit concert is voorbij.

 

Op de site sinds: 05/01/2011

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Dimitra Mantzouratou & Dimitris Papagiannakis

Hedendaagse Griekse klassieke componisten

De Brusselse Art Base zet het jaar 2011 sterk in, met onder meer drie interessante en ongewone projecten. Het eerste daarvan waren enkele concerten en een workshop rond traditionele muziek van Lesbos en Klein-Azië in januari 2011 , muziek van het platteland dus, en in februari 2011 zetten ze de oude stadsmuziek van Smyrna en Constantinopel in de schijnwerpers. Tussendoor programmeren ze klassieke muziek. Griekse klassieke muziek, wel te verstaan.

Het zal bekend zijn dat Griekse muzikanten hun mannetje (of vrouwtje) staan in zowat alle muzikale genres en merkwaardig genoeg hebben velen van hen, elk op zijn of haar terrein, een ijzersterke reputatie opgebouwd. Wereldwijd, wel te verstaan.

Ook de Westerse klassieke muziek is niet veilig voor hun talent, en dat is ook niet zo verwonderlijk. De hele recente Griekse geschiedenis, van de onafhankelijkheid in 1821 tot vandaag, is in feite één grote slingerbeweging, heen en weer tussen Oost en West. Griekenland ligt niet voor niets op het raakvlak van deze beide werelden. En telkens wanneer de slinger in westelijke richting bewoog was er ook een toenemende belangstelling voor Westerse muziek: jazz, rock, punk, ... de Grieken kennen het allemaal. Meestal vullen ze die stijlen dan wel op een heel eigen wijze in, en dat is niet anders als ze zich met klassiek gaan bezighouden. De meeste Griekse klassieke componisten verwerken elementen uit de traditionele Griekse muziek in hun composities, maar ze doen dat elk op hun eigen manier.

Van de lange rij grote Griekse namen binnen de hedendaagse klassieke muziek zullen Nikos Skalkottas en Yannis Xenakis minstens bij naam bekend zijn, maar er zijn er veel meer. Enkelen van hen konden we al toelichten naar aanleiding van een "Anthologie" in Groningen in maart 2007 .

Onder de noemer "Contemporary Greek Composers" experimenteert nu ook de Brusselse Art Base met dit materiaal. Daarvoor nodigden ze - zoals we dat stilaan van hen gewend zijn - twee door de wol geverfde muzikanten uit. Hun namen zijn:

  • Dímitra Mantzouratou (piano)
  • Dimitris Papagiannakis (viool)

Het programma van de avond ziet er als volgt uit:

  • Giannis Konstantinidis : Suite on Greek popular melodies of Dodecanesa (1947),
  • Dimitris Dragatakis : Sonata No 1 (1958),
  • Mikis Theodorakis : Sonatina No 1 (1952),
  • Calliope Tsoupaki : Rondo for barock violin solo (2001),
  • George Dousis : Five Piano variations (2009).
  • Iosif Valette : Sonatina (1997/rev. 2006)

Dit programma is meteen ook een uitstekende kennismaking met het genre. Dat blijkt als we het rijtje van de componisten aflopen.

Yannis Konstantinidis werd geboren in Smyrna in 1903. Hij volgde daar ook zijn eerste muzieklessen, maar na de Katastrofi van 1922 moest hij - samen met meer dan twee miljoen anderen - verhuizen. Hij kwam in Duitsland terecht en daar studeerde hij verder, eerst in Dresden en daarna in Berlijn. Hij volgde samen les met zijn vriend Nikos Skalkottas, en net als deze voorzag hij in zijn levensonderhoud met allerlei muzikale baantjes: ze speelden in cabarets, theaters, bioscopen (ter begeleiding van de toen nog stomme films) en ook al op de radio. In 1931 vestigde hij zich in Athene.

Daar hield hij zich bezig met het lichtere genre: van operette tot schlagers. Hij schreef een heleboel successen, en onder meer het liedje " Ksypna agapi mou " ( Ξύπνα αγάπη μου , Word wakker, mijn liefste) is van hem. Fervente aanhangers van Nana Mouskouri zullen dat kennen als het liedje waarmee ze in 1960 het "Festival Internacional del Mediterráno" in Barcelona won. De naam van de componist zal hen deze keer nog minder zeggen dan gewoonlijk, omdat Yannis Konstantinidis voor dergelijke muziek een pseudoniem hanteerde: hij had hiervoor zijn voor- en achternaam omgewisseld en er Kostas Yannidis van gemaakt. Dat was niet omdat hij zich zou schamen voor dergelijk populair werk, maar gewoon omdat er al een Grigoris Konstantinidis actief was op dit terrein, eveneens met enig succes.

Maar Yannis Konstantinidis componeerde ook meer ernstig werk, en dat deed hij onder zijn echte naam. De invloeden van de Griekse traditionele muziek zijn bij hem zeer sterk aanwezig. Naar het schijnt had hij de liefde voor die muziek overgehouden van zijn onbezorgde kinderjaren in Smyrna, waar zo abrupt een eind was aan gekomen.

Het werk dat de muzikanten voor dit concert van hem gekozen hebben is daar een goed voorbeeld van. Het heet "Μικρή Σουίτα σε δωδεκανησιακά θέματα" oftewel "Kleine suite voor melodietjes van de Dodekanesos eilanden", of - zoals hier op de affiche - "Suite on Greek popular melodies of Dodecanesa". Hij schreef het in 1947 en het was één van zijn eerste werken voor kamermuziek. Het bestaat uit zes melodietjes: de twee eerste zijn liedjes van Karpathos en Kalymnos, dan volgen twee dansen van Rodos en Leros en tenslotte zijn er nog twee melodietjes van Rodos.

Yannis Konstantinidis overleed in 1984 en hij liet een indrukwekkende muzikale erfenis na, met alles samen bijna honderd klassieke werken en nog eens een honderdtal lichte liedjes..

Ook de tweede componist in het rijtje, Dimitris Dragatakis ( Δημήτρης Δραγατάκης , 1914-2001), heeft een indrukwekkend oeuvre nagelaten, en ook hij is zeer sterk beïnvloed door de Griekse traditionele muziek, en dan vooral die van zijn geboortestreek Epirus. Hij studeerde viool aan het conservatorium van Athene. Hij behaalde daar zijn diploma in 1939 en vlak daarna brak de Tweede Wereldoorlog uit en in Griekenland kwam daar nog eens de Burgeroorlog achteraan. Pas in 1949 werd het allemaal weer wat rustiger en toen kon hij compositie gaan studeren. Door al die verloren jaren begon hij pas omstreeks 1957, dus op vrij late leeftijd, te componeren maar dat neemt niet weg dat hij tot de belangrijkste componisten van die periode behoort.

Op het concert hoort u ook van hem één van zijn vroegste werken, "Σονάτα αρ. 1, για βιολί και πιάνο" , oftewel "Sonata No 1" , die dateert uit 1958 en is - uiteraard - een werk voor viool en piano.

De volgende componist op het programma is Mikis Theodorakis (°1925), die ook heel wat klassieke werken heeft geschreven. Zijn "Sonatina No 1" dateert uit 1952 (niet 1954) en daarmee is het te situeren aan het einde van zijn "eerste muzikale periode", zoals die doorgaans genoemd wordt. Toen hij het schreef had ook hij pas de oorlogsjaren achter de rug, bij hem aangevuld met langdurige gevangenschap, martelingen en dergelijke, en met een conservatoriumdiploma op zak had hij zich enkele jaren op Kreta gevestigd. Korte tijd na deze Sonatina trouwde hij met Myrto en samen verhuisden ze naar Parijs waar hij aan zijn "tweede muzikale periode" begon, die van 1954 tot 1959 zou duren en die pas eindigde met hun terugkeer naar Griekenland, waar hij opnieuw in de politiek verzeilde. En de rest is geschiedenis, zoals dat dan heet.

Zijn "Sonatina No 1 voor viool en piano" neemt een belangrijke symbolische plaats in in de ellenlange rij van werken van deze populaire componist. Al meteen na zijn aankomst in Parijs, dus in 1954, werd het uitgevoerd in de Salle Cortot van de prestigeuze "Ecole Nationale de Musique" . Dat was niet alleen een hele eer, het leverde hem meteen ook een hele reeks opdrachten voor filmmuziek op.

Muzikaal is dit werk te situeren aan het einde van een periode waarin ook Theodorakis worstelt met de tegenstelling tussen enerzijds de verfijnde Westerse muziek, die hij als student op zijn bord krijgt en die hij verplicht moet gebruiken als model voor zijn compositie-opdrachten, en anderzijds de sterke, krachtige en robuuste Griekse muziek die hem zo nauw aan het hart ligt. Een goed luisteraar zou in de "Sonatina No 1" dan ook de eerste echo's moeten horen van de typische manier waarop Theodorakis die tegenstelling later zou gaan verwerken.

Met Calliope Tsoupaki ( Καλλιόπη Τσουπάκη ) zitten we dan wat korter bij huis, zowel in tijd als in ruimte. Zij werd in 1963 geboren in Piraeus. Ze studeerde piano en muziektheorie in Athene en zette daarna haar studies verder in Den Haag. Daar studeerde ze af in 1992 en vervolgens vestigde ze zich in Amsterdam, waar ze nog altijd woont en werkt. Haar composities zijn dan ook vaak in Nederland te horen (ze worden dan bijvoorbeeld uitgevoerd door het Nederlands Blazers Ensemble) maar ook elders wordt ze geprogrammeerd. Bij liefhebbers van de betere Griekse muziek zal ze misschien bekend zijn van haar veelvuldige samenwerking met Nena Venetsanou . Ze componeerde nogal wat muziek speciaal voor haar, en een deel daarvan was bijvoorbeeld te horen in mei 2000 op verschillende plaatsen in Nederland en België. Ook in de reeks radio-uitzendingen op de Nederlandse Radio 4, in juni 1999 , zaten composities van Tsoupaki , in het illustere gezelschap van (muziek van) onder meer Nikos Skalkottas en Iannis Xenakis . Daaruit bleek hoe Tsoupaki voortborduurt op modale improvisatiemuziek en daar elementen uit de Byzantijnse muziek en de traditionele muziek van de Pontos in verwerkt.

Haar "Rondo for baroque violin" dateert uit 2001, en het is opgedragen aan Lucy van Daele, een bekende Nederlandse barokvioliste.

Ook George Dousis ( Γιώργος Δούσης ) is zonder meer tot de jonge generatie te rekenen. Hij werd geboren in Tripoli (Peloponnesos) in 1975, studeerde aan het conservatorium in Athene, sleepte daar een heleboel onderscheidingen en diploma's in de wacht, en zette vervolgens koers naar Bristol (UK) waar hij verder studeerde. Terug in Athene componeerde hij gestaag verder en hij werkt ook als arrangeur voor de grootste orkesten, zoals dat van de ERT, het Staatsorkest van Athene enzovoorts.

Met zijn "Chorochronos" , een stuk voor piano, klarinet, elektronica en licht, won hij de derde prijs in de tweede "Dimitris Dragatakis" wedstrijd voor compositie. Dat was in 2008, maar het is niet dat stuk dat u op dit concert zult horen, dat zou ook wat moeilijk worden met een viool en een piano. In plaats daarvan hoort u "Five Piano variations" en dat schreef hij in 2009.

Als dessert staat een "Sonatina" van Iosif Valette ( Ιωσήφ Βαλέτ ) op het menu. Deze pianist en componist werd geboren in 1968. Hij won zijn eerste prijs toen hij acht was en hij studeerde in Athene, Thessaloniki en Londen. Op de meeste van zijn diploma's staat "onderscheiding" of "grootste onderscheiding", en zijn composities staan tegenwoordig op het programma van zowat alle concerten van hedendaagse klassieke muziek in Athene. Ook hier mocht hij dus niet ontbreken.

Dit overzicht van het programma toont duidelijk aan dat dit concert inderdaad een uitstekende gelegenheid is om kennis te maken met een verschijnsel dat erg belangrijk is in Griekenland maar dat in de Lage Landen wat minder bekend zal zijn. De verschillende werken zijn met kennis van zaken geselecteerd en ze geven samen een goed overzicht van het genre. De afwisseling maakt dat dit concert zonder twijfel ook genietbaar is voor de liefhebber van Griekse muziek die minder thuis is in klassiek. Als er een stuk bij is dat u minder kan boeien, dan kijkt u gewoon wat in het rond naar de schilderijen aan de muur (overdag is de Art Base een kunstgalerij) en u wacht even tot het volgende. De meeste stukken zijn eerder kort: het "Rondo" van Calliope Tsoupaki bijvoorbeeld duurt amper acht minuten.

Let wel: "klassieke muziek met elementen uit de traditionele volksmuziek" is natuurlijk niet hetzelfde als "volksmuziek in een bewerking voor piano en viool". Maar dat maakt het juist zo interessant om te zien hoe elk van deze componisten op zijn of haar eigen manier omgaat met hun erfgoed, en met de spanning tussen Oost en West die als een rode draad doorheen de geschiedenis van hun vaderland loopt.

Daarnaast is het concert ook interessant omdat de geselecteerde werken een beeld geven van de evolutie die het genre in de loop van de vorige eeuw heeft meegemaakt. Het oudste werk dateert weliswaar van 1947 maar met Yannis Konstantinidis grijpen we toch terug naar het begin van de Twintigste Eeuw. Hij wordt namelijk beschouwd als een late vertegenwoordiger van de "Griekse Nationale School". Dat is een invloedrijke stroming in de muziek die de tegenstelling tussen Oost en West probeerde om te zetten in een synergie. De grondlegger daarvan was Manolis Kalomiris (1883-1962) die in 1908 een schandaal veroorzaakte door het programmaboekje voor een concert van hem in het dimotika , de volkstaal, op te stellen. Voordien was dat uitsluitend in het katharevousa gebeurd, de kunstmatige taal die de elite gebruikte.

Het zal wel niet toevallig zijn dat de musici bij de samenstelling van het programma voor Konstantinidis gekozen hebben en niet voor Kalomiris zelf, of voor die andere bekende voortrekker van de "Nationale School", Marios Várvoglis (1885-1967). Immers, in tegenstelling tot zijn beide voorgangers neemt Konstantinidis in zijn werk de traditionele elementen veel meer integraal over, waardoor hij een doorsnee "Grecofiel" meer zou moeten aanspreken dan een Kalomiris of een Varvoglis.

Iets dergelijks zien we bij de keuze voor Dimitris Dragatakis . Ook hij kreeg les van Kalomiris himself maar omdat hij pas aan het begin van de jaren '60 begon te componeren vinden we bij hem ook meer invloeden van de Sixties.

De musici hopen duidelijk dat ze met zo'n toegankelijk begin het Art Base publiek voldoende in de ban kunnen krijgen om hen vervolgens mee te tronen naar het land van de meer hedendaagse muziek. We zijn benieuwd ...

Praktische gegevens
Zondag 30 januari 2011, 18u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Inkomprijs: € 12,50,-. Jongeren onder de 26 jaar: € 8,-. Jonger dan 16 jaar: gratis inkom.

Dit concert is voorbij.

 

Op de site sinds: 21/01/2011

Terug naar het begin van deze pagina.


Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.