Kosovo
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten
Albanie Griekenland Cyprus

Geschiedenis van Albanië

De kwestie Kosovo

In 1997 nam Sali Berisha ontslag als president. Van toen af regeerden de socialisten (ex-communisten) het land en Fatos Nano werd eerste minister. Ondertussen brokkelde de Federale Republiek Joegoslavië verder af en laaiden de problemen in Kosovo hoog op, waar, zoals gezegd, 90% van de bevolking Albanezen waren.

De kwestie Kosovo kwam tot een culminatie omdat de Albanese meerderheid het autonome gebied van Servië wou losmaken en de status van republiek opeiste. Laten we even de gronden waarop zowel de Serviërs als de Albanezen aanspraak maken op het gebied heropfrissen. Reeds van in de vroegste oudheid werd het gebied bewoond door Illyriërs, de voorouders van de Albanezen. De Albanese aanwezigheid aldaar is vooral toegenomen in de loop van de veertiende tot de achttiende eeuw, zoals eerder vermeld, en bovendien nam de Albanese bevolkingsgroei toe omwille van het hoge geboortecijfer (het hoogste van Europa). Rashka of Oud-Servië werd in de Middeleeuwen door de Serviërs bewoond en eind zeventiende en in de achttiende eeuw vooral, zijn zij er weer massaal weggetrokken richting Vojvodina en Hongarije. Maar in Kosovo bevindt zich de wieg van het "Servendom". In het interbellum was de situatie van de Albanezen in Kosovo ronduit slecht. De Serviërs voerden er een politiek die erop gericht was de etnische samenstelling van de bevolking in hun voordeel te veranderen. Later, onder Tito, waren de levensomstandigheden van de Albanezen aanzienlijk verbeterd. Ze hadden een volledig Albanees onderwijsnet en Albanese kranten en dito radio- en televisieuitzendingen. In 1974 kregen Kosovo en de Vojvodina zelfs een zekere autonomie die hen nagenoeg dezelfde rechten gaf als aan de deelrepublieken. Desondanks werd het niet rustig in Kosovo.

In de oorlog in Kosovo speelde Albanië een cruciale rol. Om de positie van de socialistische regeringspartij te verzwakken, steunde Berisha vanuit de rechtse oppositie het UCK, het Kosovaars Bevrijdingsleger. De regering ondersteunde immers, onder internationale druk, de meer gematigde Ibrahim Rugova en wou aanvankelijk tot een dialoog met Belgrado komen.

De evolutie in Kosovo ontaardde zodanig dat het conflict in maart 1999 de NAVO-oorlog tegen het toenmalige regime van president Slobodan Milosevic tot gevolg had. In Albanië bracht dat de unificatie van de politieke partijen met zich mee, die gezamenlijk de westerse politiek gingen ondersteunen. Meer dan 200.000 Kosovaarse vluchtelingen belandden tijdens de NAVO-bombardementen in Albanië, een land dat nog helemaal niet hersteld was van de crisis van 1997. Er stroomden ook vluchtelingen toe in Montenegro en de FYROM. De meesten zijn inmiddels terug naar huis kunnen keren.

Het armste land van Europa, dat zich stilaan helemaal pro-westers geprofileerd heeft, verwacht nu dringend internationale hulp om de economie terug op gang te krijgen.

 

 

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Pro-westers bewind van Sali Berisha (1992-1997)

Volgende pagina
Epirus

Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.