Oudheid en middeleeuwen
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten
Albanie Griekenland Cyprus

Geschiedenis van Albanië

Oudheid en Middeleeuwen

In de oudheid leefden er op de Balkan verschillende stammen, waaronder Illyriërs in de streek van het huidige Albanië en ex-Joegoslavië. Van de Helleense stammen in het latere Griekenland werd aangenomen dat zij een vergevorderde vorm van beschaving en cultuur hadden bereikt, meer dan de andere stammen. Er ging een beschavende invloed van hen uit en daardoor werden de andere volkeren waarschijnlijk in grote mate gehelleniseerd. In ieder geval is van de andere talen toen weinig bekend en er werd van uitgegaan dat de meeste andere stammen, waaronder de Illyriërs, of ongeletterd waren of het Grieks als cultuurtaal gebruikten. Ook na de oudheid, nog in de Byzantijnse periode en zelfs tot tijdens de Turkocratie werd het Grieks de taal van de handel (dat grotendeels in handen was van Grieken), de liturgie en het onderwijs (dat door de kerk georganiseerd werd). Pas in de loop van de negentiende eeuw kreeg het Albanese nationalisme de bovenhand en werden het onderwijs en de kerk gedehelleniseerd.

Tussen de derde eeuw voor Christus en het begin van onze jaartelling werd het ganse Balkanschiereiland veroverd door de Romeinen met een latinisering tot gevolg, waarvan enkel de Grieken gespaard zijn gebleven. Het Albanees, waarschijnlijk het laatste overblijfsel van het Illyrisch, werd eveneens door het Latijn beïnvloed maar heeft toch haar eigenheid weten te behouden.

De meest ingrijpende demografische gebeurtenis op de Balkan is de massale immigratie van Slavische stammen in de vijfde en zesde eeuw. Oorspronkelijk afkomstig uit een streek ten noorden van de Karpaten, overspoelden zij het hele schiereiland tot op de Peloponnesus. Naargeland de omstandigheden werden zij door de autochtone bevolking geassimileerd of, omgekeerd, assimileerden zij de oorspronkelijke inwoners. De Albanezen werden door de Slaven grotendeels uit hun oorspronkelijke woongebied verdreven of ze werden geassimileerd. Enkel in Noord-Albanië bleven nog hele Albanese populaties bestaan.

De Serviërs, afstammelingen van de Zuid-Slavische Srbi , creëerden in de Middeleeuwen vanuit Rashka (Oud-Servië, het huidige Kosovo dus, waar zij zich gingen vestigen omdat het gebied nog vrij onbevolkt was) enkele grote Servische rijken. De Servische koning Stefan Dushan (1331-1355) veroverde eveneens Macedonië, Epirus, Albanië en Thessalië.

Reeds van in de vroege Middeleeuwen trokken er "stammen" Albaniërs naar Griekenland en vanaf de veertiende eeuw massaal. Deze spectaculaire expansie naar het zuiden richtte zich aanvankelijk naar Epirus, Thessalië en Attica, in het kielzog van de Servische koning Stefan Dushan, en nadien steeds meer zuidelijker. Verschillende heersers haalden hen, na de Vierde Kruistocht (1202-1204), naar Griekenland om mee te vechten tegen Slavische en nadien tegen Turkse invallen. Ze werden beloond voor hun militaire diensten met recht op grond. In de vijftiende eeuw vluchtten velen voor de Turkse overheersing en gingen nog verder, naar Calabrië en Sicilië. Daardoor leeft er sedertdien een aanzienlijk aantal Albanezen in Griekenland en Zuid-Italië. De Albanezen in Zuid-Italië noemen zichzelf Arbëreshë , afgeleid van het Latijnse Albanoi . Deze, meestal perfect geïntegreerde, Albanezen in Griekenland noemt men Arvanieten (naar een bergketen in Albanië, door de Grieken oorspronkelijk Arvana genoemd). Hun aantal wordt in Griekenland op ongeveer 200.000 geschat. Ooit waren er in sommige streken van Griekenland meer Albaneessprekenden dan Griekssprekenden. Er bevonden zich uiteraard grote concentraties in het noordwesten van Griekenland, maar ook op de Peloponnesos, in Beotië - vooral rond Thiva, waar zich hele Albaneessprekende dorpen bevonden - en rond Athene, en op de eilanden Evia, Salamina, Poros, Hydra en Spetses. De oude Atheense uitgaanswijk "Plaka", gelegen aan de voet van de Acropolis, moet ooit Albanees geweest zijn. Tenminste als we de etymologie van het woord mogen geloven; de naam zou teruggaan op het Albanese woord plakë en betekent "oud".

Maar de Albanese expansie richtte zich ook naar het noorden, naar Oud-Servië, dat nu Kosovo heet.

 

 

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Oriëntatie

Volgende pagina
Ottomaanse periode (1505-1912)

Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.