Loudovikos
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten

Biografieën van de website over Griekse Muziek

Loudovikos ton Anogion

Luistermuziek

Loudovikos ton Anogíon (Λουδοβίκος των Ανωγείων) , wat letterlijk Ludovikos van Anógia (Anoya) betekent, werd weliswaar in Anógia op Kreta geboren (op 28 januari 1951), maar verder is de naam een pseudoniem. Hij heet niet eens Loudovikos maar wel Yorgis, voluit Yorgis Dramoundánis (Γιώργης Δραμουντάνης). Het dorp Anógia is een merkwaardig fenomeen. Om de één of andere reden leggen de dorpelingen er een speciale muzikale creativiteit aan de dag. Misschien is dat omdat de meesten herders waren en zodoende over een zee van tijd beschikten om zich met traditie, muziek en dans in te houden. Als bekend voorbeeld hiervan kunnen we de familie Xylouris noemen: de twee broers Andonis (beter bekend als Psarantonis of Psarandonis ) en Nikos Xylouris worden bij de beste vertolkers van Kretenzische muziek gerekend. Beiden speelden bij manier van spreken al lyra nog voor ze konden lopen. Loudovikos daarentegen is een laatbloeier, die eigenlijk pas na zijn vijfendertigste zijn muzikale aanleg ontplooid heeft. Bovendien woonde hij toen allang niet meer op Kreta. Ook hoor je in zijn muziek hoe langer hoe minder Kretenzische elementen, hoewel het creatieve proces van zijn geestelijke ontplooiing wel in zijn geboortedorp is begonnen.

Als kind was Loudovikos een herdertje. Zijn ouders waren arm en zijn vader liet hem alleen maar de eerste drie jaren van de middelbare school afmaken, daarna moest hij helpen aan de kost te komen. Als dertienjarige sjouwde hij van alles en nog wat de bergen op en af. Hij bracht brood, kaas en eetwaren naar de herders, over een afstand van twintig kilometer, en sprokkelde dan hout dat hij weer naar het dorp bracht. Onderweg tekende hij tussendoor wat met keitjes op stenen: eenvoudige tekeningetjes zoals een schets van zijn ezeltje. Het was de aanzet van zijn eerste "kunstuiting".

In de kleine plattelandsdorpen op Kreta waren de mandinádes erg in trek, en ze zijn het nog steeds op dorpsfeesten. De meeste ervan als onderdeel van een repertoire dat mondeling werd overgeleverd, generatie op generatie. Het zijn coupletten op rijm - bestaande uit vijftien lettergrepen - die veelal over de liefde gaan, met een droevige of vrolijke inhoud. Het kunnen vaststaande liederen zijn: het romantische heldendicht Erotókritos, bijvoorbeeld, rond 1645 geschreven door Kretenzer Vincenzo Kornaros, telt meer dan tienduizend regels en is er steeds een rijke inspiratiebron voor geweest. De meest boeiende mandinádes zijn echter de improvisaties: tweeverzige rijmpjes waarbij twee personen elkaar afwisselen .De ene bedenkt ter plekke een versje, en de andere speelt daar dan op in en dient hem van antwoord. Onderwerp zijn meestal welgekende personen of gebeurtenissen uit de dorpsgemeenschap, en de inhoud is vaak plagerig en satirisch. Mandinádes worden soms instrumentaal begeleid en worden soms ook gezongen op dansritmes.

Met die mandinádes kwam Loudovikos uiteraard al vroeg in aanraking en hij heeft er zelfs een aantal zelf geschreven. Maar het genre lag hem niet. Dat systematisch herhalen van verzen was niet aan hem besteed en een fervent danser is hij ook al niet. Rizítika , een ander genre van Kretenzische vocale muziek, lagen hem beter. Dit zijn weliswaar ook korte gedichten bestaande uit vijftien lettergrepen, maar het zijn vrije, niet-rijmende regels die bijgevolg minder remmend werken. Toch wou hij nog iets anders creëren.

Als instrumenten waren er in Anógia uiteraard de Kretenzische lyra , dat als hét begeleidende instrument van de dans beschouwd werd. De mandoline zorgde eerder voor een instrumentale begeleiding bij (luister)liederen. Als kind herinnert Loudovikos zich de mandoline als achtergrondmuziek op feesten en de mandoline onder het raam van hun huis...er woonden bij hen immers mooie nichten in. Hij koos voor de mandoline als instrument en speelde vooral samen met vrienden. Maar wanneer er begonnen werd met het zingen van mandinádes , zweeg Loudovikos .

Sedert 1971 leeft Loudovikos in Athene. Hij is er hogere studies begonnen maar heeft die studies niet afgemaakt. Hij kwam aan de kost als portretschilder. Tijdens zijn legerdienst op Rhodos, in '81-'82, verdiende hij daarmee zelfs een aardige stuiver. Hij schilderde op bestelling en kon met zijn portretten na zijn legerdienst een tentoonstelling houden. Geen haar op zijn hoofd dat er toen aan dacht om een zangcarrière te starten en toen hij dat uiteindelijk deed, waren al zijn vrienden uitermate verrast.

Als schooljongen hield hij van Kazantzídis, met zijn liederen over de xenitiá , de emigratie, en de daarmee gepaard gaande, nimmer aflatende weemoed. Ook van Kaiti Grey, Póly Pánou , Michalis Menidiátis en andere goede (populaire) laïkázangers en zangeressen. Later, als student in Athene, kwam hij in een heel andere muzikale wereld terecht. Hij leerde de muziek van Theodorakis en Savvópoulos kennen. Nog later kwam hij in contact met Manos Hadjidakis . In het begin besefte Loudivikos de draagwijdte van Hadjidakis nog niet helemaal, waardoor hij zich goed met hem op zijn gemak voelde. Het typeert Loudivikos wel: als hij beseft had met wie hij eigenlijk te maken had, dan zou hij nooit zo ongedwongen met hem hebben kunnen omgaan. Maar nu konden ze het goed met elkaar vinden, en Loudovikos nam Hadjidakis mee op sleeptouw door de dorpen van Kreta. Ook daar was de meester gewoon een onbekende reisgezel van een streekgenoot. Voor Hadjidakis was dat een verademing, want beroemdheid kan vaak vermoeiend zijn. Toen Loudovikos later de schellen van de ogen vielen, zoals dat zo mooi heet, is de relatie meer afstandelijk geworden.

Het was in elk geval in Hadjidakis ' studio "Sirio" dat Loudovikos uiteindelijk zijn eerste platen opnam. Hadjidakis gaf hem de raad mee om gewoon "zijn ding te doen", en dat zo goed als hij kon. Of hij daarmee al dan niet doordrong tot zijn publiek, dat was het probleem van het publiek, niet van hem, hij moest zich daar niks niemendal van aantrekken. Met andere woorden: kwaliteit komt vanzelf wel bovendrijven. Dat was scherp gezien van Hadjidakis , want met deze raad bevrijdde hij Loudovikos van zijn remmingen, en dat was precies de bedoeling. Hadjidakis had inderdaad een verrekt goeie neus voor talent, en zoals bij zovele anderen had hij het ook met Loudovikos bij het rechte eind. Tegenwoordig, na een discografie van 17 jaren en 9 grote platen uitgebracht te hebben, kan men wel stellen dat Loudovikos zich een weg gebaand heeft tot "zijn" publiek, zonder vleierij, maar omwille van zijn aparte creatieve persoonlijkheid.

Hij componeert zijn muziek zelf en schrijft ook de teksten ervan. Bovendien zingt hij de liederen ook voor een groot deel zelf en begeleidt zichzelf op de mandoline . Als plectrum gebruikt Loudovikos een zorgvuldig opgevouwen bankbiljet, dat zou de klank verzachten. (Vroeger gebruikte hij een briefje van 500 drachmen, tegenwoordig is hij noodgedwongen overgeschakeld op een bankje van € 10,-.) Wanneer hij zijn composities door anderen laat zingen, dan kiest hij voor bescheiden persoonlijkheden, voor stemmen en personen die hij bewondert, aanvoelt en respecteert. Zo iemand is Lizéta Kaliméri . Een mooi meisje met een mooie stem die zichzelf bleef en waarmee Loudovikos meermaals samenwerkte. Bovendien wil hij zijn nieuwe platen niet per definitie in de hitlijsten katapulteren door zijn beste liederen door grote namen te laten vertolken. Als zijn platen dan nog inslaan, dan is hij tenminste zeker dat het is dankzij zijn muziek en niet omwille van (de naam van) één of andere sterzanger.

Beknopte discografie: (Deze discografie is niet volledig. We willen hier alleen enkele belangrijke mijlpalen uit zijn carrière benadrukken).

1985 Mirolóyia (Treurliederen) . Dit is zijn eerste plaat en zeven tot acht jaar voor het uitbrengen ervan was hij reeds met het thema bezig. Hij vindt dat klaagzangen een kracht uitstralen die iedereen die ernaar luistert ontroert. De moeilijkheid ligt erin die dynamiek muzikaal over te brengen zonder afbreuk te doen aan de hardheid van de jammerklacht.

1988 Sto Sírio ipárchoune paidiá (Het is goed volk in de Sirios) . De Sirios was de nachtclub van wijlen Manos Hadjidakis in de Plaka in Athene, en het "goed volk" zijn de jonge, toen nog onbekende zangers en zangeressen die hij daar liet optreden. Deze plaat is daar een compilatie van. Ook Nikos Papazoglou , Eleftheria Arvanitaki , Nikos Xydakis en Elli Paspala werkten er aan mee.

1988 O érotas stin Kríti ínai melancholikós (De liefde op Kreta is melancholisch) . Op deze plaat, uit zijn beginperiode, is nog duidelijk de Kretenzische herkomst van de zanger hoorbaar.

Tussen 1990 en 1995 heeft hij nog een viertal platen opgenomen.

1997 Pýli tis ámmou (Poort van zand) . Met deelname van Katerina Siápanda, Nena Venetsanou , Sokratis Málamas , Nikos Papázoglou en Lizeta Kaliméri , die elk minstens één liedje zingen. In zijn latere werk, zoals hier, is haast geen invloed meer van traditionele Kretenzische muziek merkbaar. Het enige dat Loudovikos ' afkomst verraadt is inhoudelijk (de teksten gaan soms over Kreta) en het hoorbaar Kretenzische accent wanneer hij zelf zingt. Orkestratie: Yorgos Pavlákos.

1999 To óchi apokimíthike stin angaliá tou nai (Neen is in de armen van ja ingeslapen) . Alleen al aan de titels merk je dat Loudovikos steeds meer de poëtische toer op gaat. Zijn werk neigt meer en meer naar de éndechna, het kunstlied. Ook op deze cd gaan de teksten over de liefde. De liedjes worden gezongen door Loudovikos zelf, door Melina Kaná en haar zus Lizeta Kaliméri , door Mariastélla Tzanoudáki, Yota Drakiá, Manolis Lidákis en Nena Venetsánou .

2001 Ánixa mandaríni kai se thymíthika (Ik pelde een mandarijntje en dat deed me aan jou denken) . Geef toe, een mooiere titel bestaat niet! Deze bundel luisterliederen is de laatste cd van Loudovikos ton Anogíon. De cd wordt overheerst door zachte tonen en rustige melodieën. Toch is het een ambitieus project. De cd begint met teksten van Byzantijnse kerkgezangen die hij aan zijn eigen muziek heeft aangepast. Vervolgens gaat het verder met een uit de Oudheid stammend epigram om nadien over te gaan tot de eigenlijke muziek die bestaat uit vijftien liederen. De cd eindigt zoals hij werd ingeleid: met teksten van Romanós Melodós, een Byzantijns schrijver van kerkgezangen uit Syrië, op muziek van Loudovikos .
Thematisch gaan de teksten alweer over liefde en dood en de gevoelens die opgewekt worden bij het verlies van geliefde personen. Er wordt geput uit een rijke traditie en dichtkunst van de Oudheid tot de Byzantijnse periode, met als hoogtepunt de Alexandrijnse periode.
De muziek is gratieus en schept de juiste atmosfeer ten dienste van de tekst. De orkestratie is van Yorgos Pavlákos. Ook op deze cd laat Loudovikos zich bijstaan door andere vertolkers zoals: Argýris Bakirtzís, Marianna Polychronídi, Mariastélla Tzanoudáki, Sofía Vasilaráki, Olia Lazarídou en Dionýsis Savvópoulos . Deze laatste reciteert op zijn typisch sappige manier een sprookje, dat evenwel niet helemaal door Loudovikos bedacht werd. Het is gebaseerd op een verhaal uit de Griekse mythologie en gaat over het ontstaan van de (herders)fluit.

De laatste cd's van Loudovikos lijken allemaal erg veel op elkaar, en toch treffen zij telkens weer hun doelpubliek. Het recept is standvastig: poëtische teksten, ingetogen stemmen en de grote thema's van liefde en dood. Dit alles gebaseerd op traditionele elementen. Loudovikos ton Anogíon wordt wel eens de prins der tederheid genoemd.

Naast plastische kunsten en muziek houdt Loudovikos zich ook nog bezig met geschreven kunsten (theater, literatuur). In oktober 2001 was hij samen met Psarantonis op de boekenbeurs van Frankfurt, waar Griekenland als gastland opgevoerd werd met een groots opgevatte, schier eindeloze reeks Griekse culturele activiteiten. (Zie hiervoor onze oktober 2001-pagina ).

    

 

Laatst bijgewerkt op : 2001-12-01

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Christos Leontis

Volgende pagina
Lavrendis Machairitsas

Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.