Laouto
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Tzouras

Volgende pagina
Outi


Achtergrondinformatie bij concerten: muziekinstrumenten

Laouto

Laouto
Met toestemming overgenomen uit
Greek Popular Musical Instruments
F. Anoyanakis, 960-204-004-1,
( melissabooks.com ) © Publishing House MELISSA 1991
Laouto, gebouwd in Athene in de eerste helft v.d. 20ste eeuw

De laouto (luit) heeft in Griekenland een grote, peervormige klankkast en een smalle nek die ongeveer even lang is als de klankkast en bovenaan een knik heeft naar achteren. Op die hals zijn verplaatsbare fretten aangebracht, waardoor men het instrument gemakkelijk kan onderscheiden van een outi , die een fretloos instrument is. De vier dubbele snaren - vroeger gemaakt van darmen, tegenwoordig nagenoeg altijd van metaal -worden met een plectrum bespeeld. De totale lengte van het instrument is ongeveer één meter. De klankkast, die ongeveer 30 tot 40 centimeter breed is, neemt zowat de halve lengte voor haar rekening, meer dus dan bij de bouzouki . Anders gezegd, de hals is korter dan bij de bouzouki.

Klankfragment: Laouto
© Friends of Music Society, Athens
(used with permission) 
Beluister dit instrument

De preciese afmetingen worden vaak door de eigenaar opgegeven aan de instrumentenbouwer, zodat men kan zeggen dat het instrument op maat gemaakt wordt. In tegenstelling tot de meeste andere traditionele volksinstrumenten wordt een luit inderdaad niet zelf gemaakt door de eigenaar, maar door een vakman, wiens werkplaats nagenoeg altijd in een stad gevestigd is.

Het ambacht kent een lange traditie, en de knepen van het vak worden van meester op leerling doorgegeven. Om de peervorm te bereiken worden tot 23 repen hout (vroeger tot 33) op een geraamte aangebracht. Die repen moeten natuurlijk naadloos aansluiten, maar toch snijdt een goede instrumentenbouwer die gewoon op zicht, zonder één enkele keer te meten.

De oude meesters verkozen hout dat op een natuurlijke manier gedroogd was, omdat daar altijd wat vocht in achterblijft. Dat houdt het hout "levend" zeiden ze, het drogen in een oven "doodt" het hout. Dat het drogen dan twee tot drie jaar duurde namen ze er bij. Haast hadden ze in elk geval niet, ze werkten soms maanden aan één exemplaar.

In enkele afgelegen gebieden, onder meer op Chalkidiki, in Epirus, in Thracië en Thessalië, noemt men de laouto ook wel tambourás . De naam tambouras geeft in feite zowel een hele familie van instrumenten aan als één bepaald instrument, dat dan wel een veel langere hals heeft dan de laouto.

De laouto is een ritme-instrument, maar op Kreta wordt het soms ook als melodie-instrument gebruikt. Nog op Kreta is een kleinere vorm van de laouto in gebruik. Die heet daar mandolino en wordt hoofdzakelijk gebruikt bij het zingen van de mantinades.

Op het vasteland wordt de laouto samen met de sandouri gebruikt om klarinet en viool te begeleiden, een kompania met vier instrumenten dus. Op de eilanden wordt de laouto gebruikt in combinatie met viool , gitaar en toumbeleki .

De laouto in zijn huidige vorm is van vrij recente datum. Men neemt aan dat het instrument in de 17de eeuw in Griekenland zelf is ontstaan . Zijn voorloper, de Arabische luit, zou in de 8ste eeuw door de Arabieren uit Spanje gehaald zijn. Maar we vinden al luit-achtige instrumenten in het derde millennium voor Christus, in Mesopotamië.

Als er geen laouto beschikbaar is, neemt men gewoon een gitaar en voorziet die van acht snaren, die men stemt als bij de laouto. Dit hybride instrument noemt men laoutokithára , of ook wel laoutokítharo .

 

Inhoudsopgave

Vorige pagina
Tzouras

Volgende pagina
Outi

Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.