Januari  2018
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019 Jaar 2020 Jaar 2021
Januari 2018
Februari 2018
Maart 2018
April 2018
Mei 2018
Juni 2018
September 2018
Oktober 2018
November 2018
December 2018

Overzicht Griekse Muziek in Januari 2018

Alle evenementen afdrukken

Enkel dit evenement afdrukken

"Rebetiko Café"

Benefietavond

Een aantal Brusselse muzikanten, die zich toeleggen op de rembetika, komen regelmatig samen in de Art Base voor een gezellige jamsessie, zoals bijvoorbeeld in november 2017 .

Normaliter is de inkom dan gratis.

Dat blijft deze keer ook zo, maar er is wel besloten om er een benefietavond van te maken. Er staat dus een collectebus aan de ingang, en er wordt gevraagd om daar een geldelijke bijdrage naar keuze in te deponeren.

De vraag is dan natuurlijk altijd waar dat geld dan wel naartoe gaat.

De muzikanten kozen niet voor één van de gevestigde mastodonten, al dan niet omdat die vaak een hele schare betaalde personeelsleden inzetten om de verdeling van de ingezamelde gelden administratief in (hopelijk) goede banen te leiden. Maar in elk geval zou een samenwerking met dergelijke semi-officiële instanties toch niet echt stroken met de geest en de filosofie van de rembetika, die ontstond, groeide en bloeide in de marge van de samenleving.

In plaats daarvan gaat de opbrengst van deze benefietavond naar "O allos anthropos" .

Deze grassroots beweging (letterlijk "De andere mens") ontstond al in 2011 of 2012. Het was een initiatief van enkele individuele mensen, die merkten dat er in de straten van Athene steeds meer andere mensen op zoek waren naar overschotjes en restjes eten. Ze vonden dat niet kunnen, en ze begonnen dus gratis maaltijden te verdelen. Later gingen ze die ook op straat koken. Vandaar dat het project ook omschreven wordt als een "sociale keuken".

Het initiatief kende veel bijval, en de solidariteit tussen de Grieken onderling bleek nog steeds erg groot te zijn. Maar het blijft kleinschalig, met de ingebouwde zekerheid dat uw geld terecht komt bij diegenen die het nodig hebben.

En helaas zijn dat er nog steeds heel veel, alle hoera-geroep ten spijt.

Praktische gegevens
Vrijdag 19 januari 2018, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Gratis inkom, maar er wordt wel van u verwacht dat u een bijdrage deponeert in de collectebus aan de ingang.

 

Op de site sinds: 27/12/2017

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Trio Matrona

Met traditionele eilandmuziek

Het Matrona Trio komt naar Brussel, Rotterdam en Amsterdam met een programma dat bestaat uit traditionele muziek van de Egeïsche eilanden.

Doorgaans is dat feestmuziek, bedoeld om op te dansen tijdens de dorpsfeesten. Dergelijke feesten worden jaarlijks gevierd, in principe op de naamdag van de patroonheilige van het dorp.

Het Matrona Trio lijkt ook op die manier ontstaan te zijn, in de marge van het dorpsfeest in Finikia op het bekende eiland Santorini. Finikiá (Φοινικιά) is een klein dorpje, gelegen op de noordelijke punt van Santorini. Nog iets meer dan een kilometer verder ligt het populaire "Oia", zoals het bij de toeristen bekend staat. Voor wie graag de puntjes op de i heeft: eigenlijk moet dat "Ia" zijn, (of desnoods "Ija") want de Griekse schrijfwijze is "Οία", zonder trema op de i, maar goed.

In vergelijking met Ia (Oia) ligt Finikia er nog relatief rustig bij - behalve dan op 20 oktober, want dan wordt er daar Sint Matrona gevierd (Αγία Ματρώνα, Agia Matrona).

In de Grieks-Orthodoxe Kerk zijn er meerdere heiligen met die naam. Zo is er een "Agia Matrona van Thessaloniki", een Joods meisje dat zich in het geheim tot het christendom had bekeerd. Zij leefde ergens in het begin van de christelijke tijden, en lijkt daarmee de "oudste" Sint Matrona te zijn.

De Russisch-Orthodoxe Kerk heeft ook een belangrijke heilige van die naam, maar die leefde veel later, van 1881 tot 1952. Ze was de vierde dochter van een straatarm gezin, en haar ouders wilden haar eigenlijk naar een weeshuis afschuiven. Maar vlak voor haar geboorte had haar moeder een visioen waarin haar dat verboden werd. Gelukkig maar, want het meisje werd blind geboren, en zonder dat visioen was ze zeker gedumpt geweest, Ze was erg devoot en bracht hele dagen in de kerk door, tot ze op haar vijftiende ook nog verlamd raakte en er niet meer op eigen kracht naartoe kon. Maar ze had wel de gave gekregen om wonderen te doen, en dat hielp haar om het christendom doorheen de woelige tijden van de Russische revolutie te loodsen. Zij wordt niet alleen in Rusland vereerd, want blijkbaar werden haar stoffelijke resten in 2017 van Moskou naar Pafos (op Cyprus) overgebracht.

In Finikiá op Santorini wordt echter de "Agia Matrona van Chios" gevierd. Zij had het in vergelijking veel comfortabeler dan haar naamgenoten. Ze had weliswaar zes oudere zussen, en geen drie, maar haar ouders waren erg rijk en konden het zich veroorloven om die allemaal uit te huwelijken Dat was niet evident, want in Griekenland moeten de ouders niet alleen de bruid leveren, maar ze moeten er ook nog een flinke bruidsschat bovenop doen. Toch bleef er nog genoeg over voor de zevende dochter, maar ook die was heel devoot en had eigenlijk liever in het klooster gegaan. Ze bleef echter bij haar ouders, om die in hun oude dag te verzorgen, en pas na hun dood verhuisde ze naar een piepklein kloostertje. Een deel van het fortuin, dat ze geërfd had, gebruikte ze om dat flink te vergroten (en de naar haar genoemde kerk in Katavasi (Κατάβαση) op Chios zou daar het resultaat van zijn). De rest van haar fortuin deelde ze uit aan de armen. En ook zij kon wonderen verrichten - uiteraard eigenlijk, want dat is een voorwaarde om heilig verklaard te worden.

Een andere voorwaarde is dat je moet overleden zijn. Volgens de meeste bronnen voldeed Sint Matrona van Chios pas aan die voorwaarde sinds 1462. Dat is een beetje merkwaardig, want haar leven is vooral bekend uit de biografie die een zekere bisschop Nilos van Rhodos over haar schreef, en van hem staat vast dat hij leefde van 1350 tot 1437.

Er is nog iets merkwaardigs aan Sint Matrona, en dat is haar naam zelf. Zoals in andere christelijke landen wil de traditie ook in Griekenland dat kinderen genoemd worden naar de een of andere heilige. Meestal gaat dat niet willekeurig, want een dochter krijgt bijvoorbeeld dezelfde voornaam als haar grootmoeder. Er zijn een heleboel regeltjes voor situaties waarbij er meerdere dochters zijn, maar het is in elk geval niet zo dat sommige voornamen in een bepaalde periode meer "in de mode zijn" dan andere. Natuurlijk komen niet alle namen even vaak voor, maar de verhoudingen blijven wel eeuwenlang relatief constant.

Welnu, als je in een willekeurig Grieks dorp op het centrale plein gaat staan en je roept daar luidkeels "Maria!", dan komt zowat de helft van de vrouwelijke bevolking toegelopen. En als je "Eleni!" roept, dan komt de andere helft kijken wat er aan de hand is. Probeer dat dan eens met "Matrona!" en wacht af wat er gebeurt. Waarschijnlijk niets, want volgens een betrouwbare bron dragen maar 0,006 % van de Griekse vrouwen die voornaam. Bij "Maria" zou dat pakweg 10% zijn, en voor "Eleni" iets van een 6%, dus ons voorbeeld is wat naar boven afgerond, maar dat neemt niet weg dat er in heel Griekenland slechts een paar honderd vrouwen zouden zijn die "Matrona" (of "Matroni") heten.

Misschien komt dat omdat ouders, die hun dochter die naam geven, zichzelf met een probleem opzadelen van zodra het meisje moet uitgehuwelijkt worden. Een Griekse "matrona" is namelijk min of meer hetzelfde als een Nederlandse "matrone", zijnde een "bazig, onbeminnelijk vrouwspersoon" (aldus Van Dale), en welke man wil nu zoiets in huis? Toch heeft het ook zijn voordelen, want het Grieks kent ook "μαντάμα" (madama) als synoniem voor "matrona", en in voorname gezinnen is dat de vrouw des huizes, die leiding geeft aan het legertje kamerdienaars, koks, tuiniers en ander huispersoneel. Een man, die zich zo'n leger kan veroorloven, heeft misschien wel baat bij een echtgenote die Matrona heet. Maar ouders die voor hun dochter een dergelijke toekomst zouden willen voorprogrammeren, lopen wel het risico dat het een andere kant opgaat. Een Griekse "madama" kan namelijk ook leiding geven aan minder voornaam vrouwelijk personeel, dat heel andere diensten verstrekt aan betalende mannelijk klanten, meestal in een etablissement dat van buitenaf herkenbaar is aan de rode lichten.

Het is overigens ook op die manier dat Sint Matrona aan haar naam geraakt is. Nee, niet met die lichtjes, maar wel vanwege de leidinggevende rol die zij in het klooster vervulde. Haar doopnaam was trouwens ... Maria, en "Matrona" was haar kloosternaam. Ze kreeg die wel meteen bij haar intrede, ook was er toen al een andere "moeder overste". Zij werd - tegen haar zin, zegt men - pas benoemd toen die overleed.

Dat zou meteen ook moeten verklaren waarom haar naamdag, 20 oktober, tegelijk ook die is van alle dames die "Kerasia" heten (Κερασιά of Κερασία). Een "kyra" is immers een andere naam voor het hoofd van een vrouwelijke kloostergemeenschap. Een "kerasiá" is natuurlijk ook wel een kerselaar, maar bomen hebben nu eenmaal geen naamdagen.

De volgende vraag zou dan kunnen zijn hoe Sint Matrona van Chios op Santorini verzeild is geraakt. Dat "verzeilen" mag je misschien wel letterlijk opvatten, want op een gedenkplaat bij de ingang van haar kerk in Finikíá leest men dat ze in 1859 gebouwd werd op kosten van een zekere Frangiskos Platís. Dat was een rijk geworden scheepskapitein uit Oia, en waarschijnlijk had die zijn geld verdiend met ... zeilschepen. Rond die tijd kwamen de eerste stoomschepen wel boven water, maar die waren toen nog te duur voor één enkele eigenaar. De negentiende-eeuwse Griekse scheepseigenaars waren meestal ook kapitein van hun eigen schip, en vermits er maar één kapitein kan zijn ...

In elk geval moet (de verering van) Sint Matrona, op weg van Chios naar Santorini, in heel veel havens voor anker zijn gegaan, want ze wordt ook nog vereerd op een hele reeks andere eilanden, waaronder Psará, Andros, Patmos, Samos, Leros, Tinos, Kimolos, Egina en Ikaria. Ook bij de Grieken in Klein-Azië, die van oudsher nauwe banden onderhielden met de eilanden, was Sint Matrona erg geliefd. Tijdens de bevolkingsuitwisseling van 1922 brachten de vluchtelingen uiteraard hun iconen mee naar hun nieuwe vaderland, met als gevolg dat er nu ook op het Griekse vasteland her en der kerkjes en kapelletjes haar naam dragen.

Op 20 oktober zijn er dus meerdere dorpsfeesten ter ere van Sint Matrona, maar dat van Finikiá is toch wel het grootste en belangrijkste - en dat zeggen ze niet alleen op Santorini zelf, dus zal het wel waar zijn. Er komt in elk geval een heleboel volk op af. Het feest begint al de dag voordien, op 19 oktober, en de mensen eten, drinken en dansen tot aan het ochtendgloren. Dan is het tijd voor de misviering, en vervolgens wordt de icoon van Sint Matrona in processie door het dorp gedragen.

Traditioneel werd er gedanst op de tonen van laouto , viool, trommel en tsambouna . Die laatste, de doedelzak van de eilanden, speelde (en speelt) inderdaad letterlijk en figuurlijk een voorname rol in de traditionele muziek van de regio.

In dat opzicht breekt het "Trio Matrona" met de traditie, want dit trio bestaat uit:

  • Fotini Papadopoulou : zang en percussie
  • Stefanos Filos : viool en zang
  • Yannis Varvarigos : laouto en zang

De tsambouna ontbreekt dus in de bezetting, maar dat zou geen enkel probleem mogen zijn. Stefanos Filos was eerder al in de Lage Landen te gast, en toen bleek dat hij met zijn viool perfect een ... klarinet kan imiteren. Dan zou een tsambouna voor hem ook geen moeilijkheden mogen opleveren - als hij dat zou willen natuurlijk. Want ook op de eilanden zit er wel wat rek op de samenstelling van de ensembles, en tenslotte wil het "Trio Matrona" niet alleen de muziek van één dorp op Santorini brengen, ze willen een overzicht geven van de dansmuziek van de eilanden.

Van Stefanos Filos (°Athene 1976) vindt u trouwens een korte biografie op onze januari 2016 maandpagina .

Praktische gegevens
Vrijdag 12 januari 2018, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Volzet

Tickets: € 12,50 (normaal tarief), € 7,- (reductietarief voor werklozen en studenten).

Zaterdag 13 januari 2018, 20u10, Sociëteit Matrix, Mauritsstraat 16, 3012 CJ Rotterdam (NL)

Tickets: € 10 (studenten € 8).

Maandag 15 januari 2018, 20u30, Mezrab, Veemkade 576, 1019 BL Amsterdam (NL)

Ticketprijs niet bekend, meestal is de inkom trouwens gratis.

Reserveren is ook niet nodig.

Tijdens dit optreden krijgen de muzikanten van het "Trio Matrona" versterking van de Nederlandse cymbaliste Pit Hermans als "special guest".

 

Op de site sinds: 07/01/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Marina Petsali & Yannis Efstathopoulos

"Tribute to Arleta" met o.a. "Romancero Gitano"

Marina Petsali begint zo langzamerhand een vaste gaste te worden in de Art Base. Bij eerdere gelegenheden bleek al dat ze een grote fan is van Arleta . Zo bracht ze bijvoorbeeld in juni 2015 al een huldebetoon aan deze bekende Griekse zangeres. In september 2015 kwam er dan een tweede deel, en nu volgt er een derde.

Niet onlogisch, want Arleta heeft een uitgebreid repertoire. Ze schrijft niet alleen haar eigen liedjes, ze vertolkt ook die van andere bekende componisten. En "vertolken" is wel degelijk het juiste woord, want ze zingt ze op haar eigen manier.

Op onze juni 2015 maandpagina schreven we al uitvoerig over Arleta en haar vele samenwerkingen. Daaruit valt te onthouden dat ze niet voor niets ingedeeld wordt bij de "Neo Kyma", de Griekse "Nouvelle Vague", en dat is een stroming die een minimalistische aanpak nastreeft: een stem en een gitaar, dat is alles. Bij Arleta is dat meestal een "one (wo)man show", maar Marina Petsali neemt alleen de stem voor haar rekening. Voor de gitaar doet ze beroep op iemand anders.

Bij de vorige gelegenheden was dat Nikos Prosilias, maar nu is het Yannis Efstathopoulos die haar zal begeleiden.

Ook het programma onderging een lichte accentwijziging. De vorige afleveringen bevatten veel muziek van Manos Hadjidakis (ook liedjes van hem die door anderen gezongen werden, trouwens). Deze keer zou er meer muziek van Mikis Theodorakis in de mix zitten, want met hem heeft Arleta (uiteraard) ook samengewerkt.

Het is dan geen verrassing dat de zeven liederen van diens "Romancero Gitano" een prominente plaats krijgen op de affiche van dit concert, ook al zal er veel meer te horen zijn dan "alleen maar" dat.

Toch vonden ook wij het nuttig om wat meer toelichting te geven bij dit werk, dat onder meer door de Australische musicologe Gail Holst (ook bekend van haar boek "Road to rembetika ") beschouwd wordt als één van de beste werken die Theodorakis ooit geschreven heeft. Ze baseert zich dan niet (alleen) op haar persoonlijke smaak, maar (ook) op een goed onderbouwde muziektechnische analyse.

Toch is "Romancero Gitano" wat minder bekend dan zijn andere grote werken uit die periode, zoals "Axion Esti" (1964), "Mauthausen" (1965), "Romiosini" (1966) of "Canto General" (1972). Dat zou enerzijds te maken hebben met het feit dat de muziek van "Romancero Gitano" wat meer een "Spaans" karakter heeft, waardoor ze voor Griekse oren wat exotischer (en/of minder vertrouwd) klinkt. Maar ook de timing speelde een rol.

Het "Spaanse karakter" van "Romancero Gitano" is op het eerste zicht niet zo moeilijk te verklaren. De teksten zijn immers gebaseerd op de gelijknamige gedichtenbundel van de grote Spaanse dichter Federico Garcia Lorca (1898-1936), die er van 1924 tot 1927 aan schreef. Zowel naar de vorm als naar de inhoud sluiten ze aan bij het werk van de romanceros uit de Middeleeuwen. Die schreven ballades die in vele opzichten vergelijkbaar zijn met de Franse "chansons de geste", de ridderromans en dergelijke. In essentie waren het verhalen in versvorm, eerder dan poëzie. Heel veel is er (nog altijd) niet geweten over die vroege Spaanse romanceros, ook al omdat hun werken eeuwenlang mondeling overgeleverd werden. Pas vanaf ongeveer 1547 werden ze voor het eerst in boekvorm gedrukt (nota bene in Antwerpen, in die tijd een belangrijk cultureel centrum in het rijk van Karel V).

Toch wist Lorca meer dan voldoende om bewust verder te bouwen op die traditie, met een reeks "ballades" over zigeuners, die ook in zijn tijd (nog meer dan nu) een marginaal bestaan leidden en bovendien onderdrukt werden door de Spaanse autoriteiten. Met dit werk wilde hij hun rijke cultuur en hun waardigheid in de verf zetten, Het regime van toen kon dat niet appreciëren (en ze lieten hem trouwens in 1936 vermoorden), maar tegenwoordig worden zijn achttien gedichten (of ballades) algemeen beschouwd als een hoogtepunt van de Spaanse literatuur van de Twintigste Eeuw.

Die 150 bladzijden tellende dichtbundel belandde omstreeks 1945 op de leestafel van Yorgos Seferis , die enkele van de teksten "hertaalde" naar het Grieks. Eigenlijk zijn het zo goed als nieuwe gedichten geworden, maar het onderwerp en de inhoud lopen wel gelijk. Ook wat betreft kwaliteit moesten ze niet onderdoen voor het origineel, Seferis heeft later niet voor niets de Nobelprijs poëzie gekregen.

Van de schrijftafel van Seferis naar die van Mikis Theodorakis was het dan maar een kleine stap, ook al nam die meer dan twintig jaar in beslag. Maar in 1967 zette de - toen al wereldberoemde - componist toch zeven van de Griekse teksten op muziek, op aanraden van Seferis zelf. Het is dan al wat minder vanzelfsprekend dat het Spaanse karakter van het originele werk van Lorca die dubbele vertaalslag overleefde (eerst naar de Griekse taal en dan naar muziek), maar zowel Seferis als Theodorakis slaagden daar wonderwel in.

De laatste noten werden in maart 1967 neergeschreven, en Theodorakis begon meteen met de voorbereidingen om het werk op plaat te zetten. Hij verzamelde zijn muzikanten om zich heen en leerde hen de liederen aan. In het archief van de Griekse staatstelevisie ERT zou ook een opname zitten van een programma waarin de toekomstige plaat alvast aangekondigd werd. De zangeres van dienst was Maria Farantouri .

Die voorbereidingen werden ruw onderbroken in de vroege ochtend van 21 april 1967, toen de tanks van de Kolonels uit hun kazernes rolden en de democratie in Griekenland onder hun stalen rupsbanden verpletterden. Mikis Theodorakis wist wat hem te wachten stond en dook onder. Na een maandenlang kat-en-muis spelletje kregen ze hem in augustus 1967 dan toch te pakken, en hij werd nu van de ene gevangenis naar het andere concentratiekamp gestuurd, tot hij in april 1970 onverwachts vrijgelaten werd en naar Parijs kon vluchten - met een hele reeks nieuwe liederen die hij in gevangenschap geschreven had.

Vanuit Parijs begon hij wereldwijd concerten te geven, die telkens bedoeld waren als aanklacht tegen het brutale regime dat zijn vaderland in een ijzeren greep hield, terwijl het officiële Europa en de rest van de wereld onverschillig toekeek. De gewone mensen bleven echter niet onberoerd, en daar droeg de expressieve kracht van de muziek van Theodorakis zeker toe bij. Ook de vertolkingen van Maria Farantouri waren telkens goed voor kippenvel, zelfs bij een publiek dat de Griekse teksten niet verstond.

Het pad was alvast geëffend geweest door de talloze plaatopnames, die in het buitenland uitgebracht werden van zodra het publiek begon te bevatten wat er in Griekenland aan de hand was: een fascistisch regime, nog maar goed twintig jaar na de nazi's, een regime dat ongestoord kon martelen en politieke dissidenten massaal achter de tralies zetten, en die zichzelf bovendien in zowat elk interview onsterfelijk belachelijk maakten op een manier die zelfs hedendaagse presidenten en andere staatshoofden nog altijd niet kunnen evenaren.

De platen met muziek van Theodorakis waren dus erg in trek in het buitenland, mede omdat ze in Griekenland verboden waren en omdat de componist zelf opgesloten zat. Af en toe slaagde hij er in om nieuw werk naar buiten te smokkelen, en ook dat verscheen dan onmiddellijk op plaat. En toen hij weer op vrije voeten stond was het hek natuurlijk helemaal van de dam.

Zijn meer strijdvaardige werken kenden daarbij uiteraard het meeste succes, en het is op die manier dat "Romancero Gitano" een beetje ondergesneeuwd raakte. Toch werden de liedjes al in 1970 in Parijs op plaat gezet door Polydor, daarna in 1971 in Londen door CBS, en in datzelfde jaar nogmaals door Polydor. Maar erg zichtbaar waren ze toch niet: het waren maar zeven liedjes, niet voldoende dus om er een hele plaat met te vullen, en dus ook niet genoeg om er de titel van die plaat aan op te offeren. Bovendien was een Spaanse titel voor een Griekse plaat misschien ook niet zo'n goed idee, zeker niet in de tijd van toen. De Londense plaat (uit 1970) heet bijvoorbeeld gewoon "John Williams - Maria Farantouri ", met dan in kleine lettertjes daaronder "Songs and Guitar Pieces by Theodorakis " - want de (uit Australië afkomstige) Williams was toen al wel een gerenommeerd flamenco-gitarist in Engeland. Zijn samenwerking met Farantouri viel blijkbaar in de smaak van het Engelse publiek, want het album werd nog minstens twee keer heruitgegeven, Eén keer kreeg het een andere titel, namelijk "Songs of Freedom". En op de tweede Parijse uitgave - die van 1971, toen Theodorakis dus weer op vrije voeten was - worden de liedjes van "Romancero Gitano" verborgen onder de Franse titel " Theodorakis dirige Theodorakis vol. 2". De zang werd toen verzorgd door Adonis Kalogiannis, Maria Dimitriadi en Maria Farantouri .

In 1974 kwam de Griekse junta ten val, en in 1975 zou er bij Polygram nog een plaat verschenen zijn waarop Maria Farantouri de liedjes van "Romancero Gitano" zingt, maar die plaat hebben we niet kunnen terugvinden. Rond die tijd schakelde Farantouri trouwens de samenwerking met Theodorakis in een lagere versnelling, en zij richtte haar carrière nu ook op andere belangrijke Griekse componisten.

Na de val van de Kolonels kon Theodorakis ook in Griekenland opnieuw concerten geven, en die trokken een nooit gezien aantal bezoekers: 40.000 tot 50.000 per concert was eerder regel dan uitzondering. Ook nu waren vooral de meer "militante" werken in trek, maar tijdens een concert in augustus 1977 in het Lykavittos Theater in Athene stond "Romancero Gitano" toch ook op het programma. Logisch, want dit concert was een onderdeel van een heel festival, waarbij zowat het volledige werk van Theodorakis de revue passeerde, met hemzelf als dirigent. Maar de liederen van "Romancero Gitano" werden deze keer dan wel gezongen door Sofia Michailidou en Margarita Zorbalá .

In oktober 1978 gebeurde er dan iets merkwaardigs, dat ons brengt waar we moeten zijn. In die maand bracht Lyra namelijk een plaat uit met de titel "Romancero Gitano", gezongen door Arleta. Ze speelt ook zelf klassieke gitaar, en ze wordt begeleid door Vasilis Rakopoulos op elektrische én akoestische gitaar.

Op het eerste zicht is daar niets merkwaardigs aan, wel integendeel. Arleta werd op weg gezet door Alekos Patsifas , de directeur van Lyra en een belangrijke protagonist van de Neo Kyma beweging. Dit album past dan perfect in dat plaatje.

Het merkwaardige is dat de toelichting op de hoes uitdrukkelijk stelt dat Mikis Theodorakis de liedjes van "Romancero Gitano" speciaal voor Arleta zou geschreven hebben, en dat dit album dus eigenlijk al in 1967 had moeten verschijnen als de Kolonels geen roet in het eten hadden gegooid.

Als een platenmaatschappij zoiets schrijft, dan is er natuurlijk geen enkele reden om daaraan te twijfelen. Of toch?

Arleta zelf vertelde ooit in een interview dat ze zelf niet aan politiek deed, maar dat ze in maart 1967, als beginnend muzikantje, wel in links-gezinde kringen terecht was gekomen, en dat ze op die manier met enkele vrienden betrokken was bij de voorbereidingen van "Romancero Gitano". Ze zegt niets over "speciaal voor haar geschreven", maar dat hoeft niets te betekenen, want Arleta is dan misschien niet op haar mondje gevallen, maar ze is en blijft wel bescheiden.

Anderzijds is daar de mysterieuze opname in het archief van de ERT, die - zoals gezegd - zou dateren van (maart?) 1967, Waarom is het daar dan Farantouri die zingt, en niet Arleta, als de plaat inderdaad voor haar bedoeld was? En dan zijn er al de andere albums tussen 1967 en 1978, waar het alweer Maria Farantouri is die de liedjes zingt. Ook Arleta was tijdens het Kolonelsregime naar het buitenland "verhuisd", dus als Theodorakis haar had gewild, dan had hij haar kunnen vragen.

Maria Farantouri was in die periode natuurlijk wel zijn vaste medewerkster, en ze was ook in het buitenland erg populair, maar wat dan met het concert in het Lykavittos Theater in 1977? Daar was het niet Farantouri die de liedjes zong, maar Arleta al evenmin.

Wat misschien nog het meeste twijfel zaait is de mening van Gail Holst. Die analyseert twee pagina's lang de muzikale structuur van "Pantérmi", het meest indrukwekkende liedje van de zeven van "Romancero Gitano", en ze besluit haar analyse als volgt: "If ever there was a song for the voice of Maria Farantouri , it is Pantermi". Dat betekent nog altijd niet dat Mikis Theodorakis het speciaal voor haar zou geschreven hebben, maar hij wist wel perfect wat hij deed, en hij kende de stem van Farantouri door en door. Met Arleta had hij nog nauwelijks samengewerkt, maar als hij voor haar stem had willen schrijven, dan zou dat voor hem ook geen enkel probleem geweest zijn. Misschien is het gewoon toeval dat de liedjes bij allebei passen?

Toch is het een beetje merkwaardig dat het boek "Theodorakis. Myth & Politics in Modern Greek Music", waarin Gail Holst haar analyses neerschreef, verscheen in 1980, twee jaar na de uitvoering van Arleta, maar toch wordt die daar niet in vermeld. Gail Holst heeft jarenlang met Theodorakis samengewerkt, ook als muzikante. Ze speelde bijvoorbeeld santouri in zijn orkest. Ze heeft de componist, zijn werk en zijn carrière van nabij gevolgd, vooral in de jaren na de val van de Kolonels. Is het dan denkbaar dat zij de plaat met Arleta gewoon over het hoofd zou hebben gezien, als die in muziekhistorisch opzicht inderdaad zo belangrijk was als de platenmaatschappij het laat uitschijnen?

Bij oppervlakkige lezing van de hoestekst zou je overigens kunnen denken dat dit (dus de opname van 1978) de eerste keer was dat deze liederen op plaat gezet werden sinds ze in 1967 geschreven waren. Dat is manifest onjuist, maar dat is dan ook niet wat er staat. Er staat wel dat Arleta nu pas had beslist om de liederen op plaat te zetten "με όλη την αρχική τους γνησιότητα" (me oli tin archiki tous gnisiotita, met heel hun oorspronkelijke authenticiteit), Maar wat wordt daarmee bedoeld? De orkestratie kan het niet zijn, ook al werden die liederen in de jaren tussen 1967 en 1978 meestal uitgevoerd met een volledig orkest. Maar zo waren ze kennelijk ook bedoeld, want Arleta vertelt zelf dat ze in maart 1967 naar de studio ging met een groep andere muzikanten. En bovendien: de uitvoering van Farantouri met Williams was ook alleen maar stem en gitaar, net als die van Arleta. Moeten we dan lezen dat Farantouri de liederen altijd verkeerd had gezongen? Ook als Theodorakis himself het dirigeerstokje hanteerde? Kortom: erg mysterieus allemaal.

Dan blijft er nog altijd de vraag waarom Lyra op de hoes zou zetten dat de liederen speciaal voor Arleta geschreven waren, als dat niet juist zou zijn. Op onze juni 2015 maandpagina schreven we dat Arleta, na de dood van Alekos Patsifas , de stichter en bezieler van Lyra, in een jarenlange rechtsstrijd verwikkeld raakte met de maatschappij omdat ze zich misbruikt voelde. Maar Patsifas overleed pas in 1981, dus drie jaar na het verschijnen van het bewuste album, en hij hield tot op het einde de touwtjes stevig in handen. Op het eerste zicht lijken dergelijke agressieve marketingpraktijken - want dat zou het dan zijn - niets voor hem. Maar zeg nooit nooit, natuurlijk.

Samengevat: het is misschien niet nodig om voetstoots aan te nemen dat "Romancero Gitano" speciaal voor Arleta geschreven werd, maar anderzijds zijn er ook geen doorslaggevende redenen om het niet te geloven. Anders gezegd: we weten het gewoon niet.

Gelukkig heeft het ook niet zoveel belang. De liedjes werden nadien nog door ontelbare anderen gezongen, en de vraag is eigenlijk alleen of de zanger(es) van dienst ze tot hun volle recht kan laten komen. Farantouri kon dat, en Arleta ook. Dus?

Dat brengt ons dan weer terug naar het concert van Marina Petsali, waar dit stukje eigenlijk over gaat. Zoals gezegd wordt zij op gitaar begeleid door Yannis Efstathopoulos .

Over hem schreven we al een korte biografische schets op onze april 2017 maandpagina , naar aanleiding van zijn optreden als de helft van het "Duo Methi". Daar vertelden we u dat deze getalenteerde gitarist recent afstudeerde aan het Conservatorium van Brussel (met grootste onderscheiding), en dat hij daar momenteel als onderzoeksassistent bezig is aan een doctoraat over de gitaarmuziek van de Spaanse "Generatie van 1927" . Deze stroming was indertijd baanbrekend voor de Spaanse kunst in al zijn vormen, Alleen is er nog weinig over bekend, want ze waren links georiënteerd en daarom gingen ze ondergronds toen de Spaanse burgeroorlog uitbrak in 1936, op de voet gevolgd door het regime van de rechtse dictator Franco, dat tot 1975 zou standhouden. Yannis Efstathopoulos wil met zijn doctoraatsthesis daar wat aan doen, hij wil met andere woorden de geschiedenis van deze beweging gaan uitspitten.

Welnu, als belangrijke vertegenwoordigers van de "Generatie van 1927" worden Salvador Dali, Luis Bunuel en ... Federico Garcia Lorca genoemd.

Daarmee is de cirkel dan rond, want het waren de gelijkenissen tussen de Spaanse en de Griekse (wan)toestanden die in 1967 de aandacht van zowel Yorgos Seferis als Mikis Theodorakis vestigden op het werk van Lorca, veertig jaar nadat het geschreven werd, en nog eens vijftig jaar later is er een andere Griek die zich specialiseert in Lorca en zijn tijd- en geestesgenoten, en die nu de muziek van Theodorakis zal gaan uitvoeren.

En niet alleen die muziek natuurlijk, want zoals gezegd bestaat de "Romancero Gitano" maar uit zeven liedjes, er zal dus nog veel meer op het programma staan.

Praktische gegevens
Zaterdag 20 januari 2018, 20u00, Art Base, Zandstraat (Rue des Sables) 29, 1000 Brussel (B)

Tickets: € 12,50 (normaal tarief), € 7,- (reductietarief voor werklozen en studenten).

 

Op de site sinds: 11/01/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Grieks Feest

Met live muziek van "Ypsilon"

De Griekse Gemeenschap in Maasmechelen laat ons weten dat ze nog eens een Grieks feest organiseren.

Zo vlak na Nieuwjaar betekent dat natuurlijk dat daar ook de "vasilópita" zal aangesneden worden.

En een Grieks feest is uiteraard ondenkbaar zonder muziek. Deze wordt live verzorgd door het bekende ensemble "Ypsilon".

Praktische gegevens
Zaterdag 20 januari 2018, 18u30, Grieks Cultureel Centrum, Valkeniersstraat 21, 3630 Maasmechelen (B)

Gratis inkom.

Reserveren is niet nodig en ook niet mogelijk.

 

Op de site sinds: 11/01/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Enkel dit evenement afdrukken

Concert met Griekse traditionele muziek

Met het "Polis Ensemble" en Katerina Papadopoulou

Op intiatief van de Griekse Othodoxe Kerk in België komt het "Polis Ensemble" naar Brussel voor een eenmalig concert met Griekse traditionele muziek.

Voor de gelegenheid worden zij versterkt door niemand minder dan Katerina Papadopoulou .

Het "Polis Ensemble" werd opgericht in 2011, in feite met de bedoeling om stadsmuziek te brengen zoals die vroeger gespeeld werd in de steden van Klein-Azië. Zoals allicht bekend is "polis" het Griekse woord voor "stad", en met "de Stad" (met hoofdletter) verwijzen de Grieken nog steeds naar Constantinopel (tegenwoordig Istanbul).

Ze hebben nog maar pas hun eerste album uitgebracht. Dat verscheen in december 2017 onder de toepasselijke titel "Polis Ensemble" en het hoesje bevat een korte introductie in het Grieks en het Engels.

Het ensemble bestaat uit:

  • Nikos Paraoulakis : ney , kaval , sopranino recorder
  • Yorgos Kontoyiannis : lyra
  • Stefanos Dorbarakis : kanonaki
  • Alexandros Kapsokavadis : lavta , akoestische gitaar
  • Theodoros Kouelis : contrabas
  • Manousos Klapakis : percussie

Ze krijgen nogal wat erkenning voor hun werk, en dat resulteerde in samenwerkingen met allerlei bekende namen op dit terrein. Enkele voorbeelden: Christos Tsiamoulis , Manos Achalinotopoulos , Areti Ketime , Chronis Aidonidis , Zacharias Karounis, en nog enkele anderen.

Onder die anderen vinden we ook Sokratis Sinopoulos (die overigens een nummer meespeelt op hun eerste cd), en ook met Katerina Papadopoulou werkten ze al samen.

Het is deze laatste die samen met hen naar Brussel komt om de zang voor haar rekening te nemen, en dat in het imposante kader van de (voormalige) kloosterkerk uit de negentiende eeuw (die overigens nog steeds in gebruik is voor erediensten).

Praktische gegevens
Woensdag 24 januari 2018, 20u00, Karmelietenkerk, Gulden Vlieslaan 45, 1050 Brussel (Elsene) (B)

Gratis inkom.

Reserveren is niet nodig en niet mogelijk.

 

Op de site sinds: 19/01/2018

Terug naar het begin van deze pagina.


Valid XHTML 1.0 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.