Geschiedenis-onafhankelijkheid4
Home Nieuws Agenda MaandOverzicht Praktisch Achtergrond
Links Biografie Geschiedenis Instrumenten
Albanie Griekenland Cyprus

Geschiedenis van Griekenland

Deze pagina afdrukken

De Griekse onafhankelijkheid

De revolutie in nauwe schoentjes

Maar we lopen vooruit op de feiten. We waren gebleven bij de beginnende opstand, en zowel Rusland als het Westen keken dus toe. De opstandelingen zaten ondertussen niet stil, en - belangrijk voor het vervolg van de gebeurtenissen - de Griekse eilanden hadden zich bij de opstand aangesloten. De bewoners daar hielden zich vooral bezig met scheepvaart en handel, en alles samen beschikten ze over een vloot van zeshonderd koopvaardijschepen. Maar... in die tijd had ook een handelsschip kanonnen aan boord, dat was gewoon deel van de noodzakelijke uitrusting. En nu kwamen die goed van pas: de eilandbewoners waren in staat de Sultan de weg over zee af te snijden. Dat betekende dat hij zijn legers over land moest laten oprukken om de opstand in de Peloponnesos te onderdrukken. Dat was ten eerste een heel eind, en ten tweede kregen ze onderweg overal de opstandelingen op hun nek. Het gevolg was dat het zomerseizoen gewoon niet lang genoeg was voor een campagne over land, en in de winter waren de velden kaal en zouden de soldaten verhongeren.

Maar om werkeloos toe te zien had de Sultan ook geen zin. Hij zocht een oplossing en vond die in zijn vazal in Egypte, Mehmet Ali. Die had daar een indrukwekkende zeemacht opgebouwd, met hulp van Europese ingenieurs en instructeurs, en hij was best bereid een handje toe te steken. In ruil verlangde hij alleen maar dat Kreta onder zijn bevoegdheid zou vallen en dat zijn tot zoon gouverneur van de Peloponnesos zou benoemd worden. Daar zag de Sultan geen graten in en de Egyptische schepen togen op weg. Ze maakten korte metten met de Griekse koopvaarders en landden in januari 1825 op de Peloponnesos, in Modoni, waarna zij met achterlating van een spoor van vernieling en plundering naar het noorden trokken. De guerilla-tactieken van de Grieken, die zo goed gewerkt hadden tegen te Turken, haalden niets uit tegen de westers getrainde soldaten van de Egyptenaren, en deze veroverden steeds meer terrein. Bovendien rukten ook de Turken in het noorden verder op. Tegen het begin van 1826 zag de toestand er hopeloos uit voor "Vrij Griekenland".

Maar in het buitenland was het tij beginnen te keren. In Rusland overleed Alexander I in december 1825. Hij werd opgevolgd door zijn broer, Nicholas I. Die was ten eerste zelf een filhelleen, en ten tweede zag hij een expansionistiche politiek beter zitten dan zijn voorganger. Constantinopel, als vroegere hoofdstad van Byzantium, oefende op hem een magnetische aantrekkingskracht uit. Hij begon met in maart 1826 een ultimatum te stellen aan de Sultan, waarin hij rechten eiste voor de orthodoxe onderdanen van het Turkse Rijk. De Sultan, met de onderdukking van de opstand binnen handbereik, zag eerst geen reden om hierop in te gaan, maar tekende uiteindelijk toch het Verdrag van Akkerman.

In het Westen, en vooral in Engeland, werden deze ontwikkelingen ondertussen met argusogen gevolgd. Londen was altijd beducht voor uitbreiding van de invloedssfeer van andere landen in streken waar de Engelsen een belang hadden. Zo vonden ze het wel handig dat het Ottomaanse Rijk een tegengewicht vormde voor de Russen, en nu dreigde dat evenwicht in het gedrang te komen. Ze gingen aankloppen bij de Fransen en vonden daar gemakkelijk gehoor omdat de Franse koning ook al een filhelleen was. Na wat gepalaber tekenden Russen, Engelsen en Fransen in juli 1827 het Verdrag van Londen. Daarin werd het recht op een autonome Griekse staat vastgelegd, weliswaar binnen het Ottomaanse Rijk, en werd de terugtrekking van de Egyptische troepen geëist.

Om die terugtrekking af te dwingen stuurden de drie mogendheden een vloot naar de Middellandse Zee, en die zeilde naar Navarino (Pylos), waar de Turks-Egyptische schepen in de baai voor anker lagen. De historici verschillen van mening over wat er vervolgens precies gebeurde, op 20 oktober 1827. Volgens sommigen opende een Turks schip als eerste het vuur, per ongeluk, uit zenuwachtigheid of uit pure incomptentie. De Engelse bevelhebber zou ook een filhelleen geweest zijn, die popelde om iets te doen voor de "Zaak", en dus met graagte het bevel gaf om terug te schieten. Zeker is dat in een paar uur tijd de hele Egyptische vloot gekelderd werd.

Dat was niet de bedoeling geweest, en Londen reageerde afkeurend. De Sultan was woedend, en aangemoedigd door de houding van Londen zegde hij het Verdrag van Akkerman met de Russen op, waarop de Tsaar het Ottomaanse Rijk de oorlog verklaarde. Zijn troepen staken de Donau over, maar werden tegengehouden door de Turkse forten in het huidige Bulgarijë.

Hiervan profiteerden de Engelsen en Fransen om snel een akkoord te sluiten met Mehmet Ali, die ermee instemde om zijn Turks-Egyptische troepen terug te trekken uit de Peloponnesos. Dat gebeurde ook gedurende de winter van 1828-1829, onder het toeziend oog van een Frans expeditiekorps.

In juni 1829 braken de Russen echter door de Turkse verdediging en rukten op naar Istanbul. De Sultan deed in paniek een beroep op de bemiddeling van ... Engelsen en Fransen, en er kwam een wapenstilstand.

Inhoudsopgave

Vorige pagina
De rol van de filhellenen

Volgende pagina
Griekenland onafhankelijk

Valid HTML 4.01 Strict!

[Home]  [Nieuws]  [Agenda]  [Overzicht]  [Praktisch]  [Achtergrond]

Please contact our Webmaster with questions or comments.